Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week:
Slim tegenspel
Het bridge staat in 1933 in de Leidse regio nog in de kinderschoenen. Toch wordt er dan al minstens zeven jaar in thuisclubjes bridge gespeeld. Sinds 1931 is er de bridgerubriek van A. Versteeg in het LD, maar die heeft tot dan toe weinig propagandistische waarde, omdat die afgestemd is op een nog niet of nauwelijks bestaande bridgetop. Verder heeft de NBB sinds 1930 een enkele bridge-drive voor een goed doel georganiseerd, en is er in navolging hiervan een Bridge-comité in Leiden opgericht, maar kennelijk was dat voor een eenmalige activiteit. Er is in de Leidse regio verder eigenlijk niets gebeurd dat de kranten heeft gehaald. Er bestaat dus nog steeds geen “echte” bridgeclub, zoals elders wel. In de jaren 30 is het dammen en schaken in de Leidse regio bijzonder populair geweest, en deze denksporten hebben dus tot dan toe nog weinig concurrentie te duchten gehad van het dan nog langzaam groeiende bridge (nu zijn er bijna 120.000 clubbridgers aangesloten bij de NBB), maar dat nu veel groter is dan dammen en schaken samen (nu zijn er omstreeks 30.000 beoefenaren aangesloten bij de twee bonden). Op 25-2-33 staat er een leuke rubriek van A. Versteeg in het LD over een spel dat de tegenspelers heel slim aanpakken. Nu Versteeg door zijn theorie heen is, gaat hij leukere rubrieken schrijven.
Spel uit rubriek Versteeg LD 25-2-33
♠ 92 | ||
♥ A6 | ||
♦ 942 | ||
♣ HVB642 | ||
♠ 64 | N | ♠ AHB73 |
♥ T742 | W O | ♥ H93 |
♦ V8753 | Z | ♦ T6 |
♣ A5 | ♣ 973 | |
♠ VT85 | ||
♥ VB85 | ||
♦ AHB | ||
♣ T8 |
Versteeg maakt in 1933 gebruik van het toen populaire Culbertson-systeem dat uitgaat van combinaties van honneurkaarten. In het begin van de jaren 30 wordt pas het eenvoudiger Acol-systeem in Engeland ontwikkeld dat nu het populairste biedsysteem is. Oost begon de bieding met 1 schoppen, maar NZ komen enigszins optimistisch tot een eindbod van 3SA en West komt met schoppen uit, de kleur van zijn partner. Oost neemt de slag met de heer en komt nu terug met ♥H! Dat is heel slim gespeeld, en de gedachten daarachter zijn eigenlijk heel eenvoudig: Oost hoopt dat de 4 klaveren bij Zuid en West 2 om 2 verdeeld zijn, dat West♣A heeft en de eerste klaverenronde duikt, en als dan de ♥A bij Noord weg is, dan is de communicatie tussen Noord en Zuid verbroken en kan leider Zuid slechts één klaverenslag maken in plaats van de vijf slagen bij slecht tegenspel! Bovendien moet Zuid dan alles maken vanuit zijn sterke hand en dat levert voor OW minstens vijf slagen op, het contract gaat dus minstens 1 down door het slim aangepakte tegenspel van OW.
Bram Doeves (
U vindt alle denksportcolumns hier terug: www.zoetermeeractief.nl/sport/denksport-rubrieken