Een model damrubriek, naar bridger André Boekhorst en dammer Wieger Hoekstra
Op 21-2-1987 besteedde André Boekhorst in zijn bridgerubriek in de Volkskrant aandacht aan de Bols Brilliancy Prijs, die Bols toekende aan de bridgejournalist die een briljante bridgeactie beschreef. De Nederlander Schipperheyn won toen de tweede prijs, een prachtige prestatie. “Het artikel van Schipperheyn bevatte nu net die elementen die vanuit journalistiek oogpunt belangrijk zijn. Een flitsende manoeuvre, snel te overzien, geen herhaling van diagrammen”.
Het is bepaald geen open deur van André Boekhorst, want ook voor dammen gelden journalistieke wetten, waar echter niemand zich druk over maakt. In de jaren twintig kwamen er in de Leidse kranten saaie damanalyserubrieken die bijna even snel weer verdwenen als ze gekomen waren. In de jaren dertig echter kwamen er in de Leidse kranten dampuzzelrubrieken, flitsend, geen saaie opsomming van allerlei varianten, met een enorm succes en een grote toeloop op de damclubs. En toen kwamen er toch weer analyserubrieken met hun saaie series varianten en inmiddels is in de Leidse regio (en niet alleen daar) het aantal dammers tot onbeduidende aantallen teruggelopen. Wieger Hoekstra was in de jaren dertig de zeer populaire damrubriekschrijver van de Nieuwe Leidsche Courant, ook dankzij zijn stukken als damjournalist over bijvoorbeeld blinddammer Ben Springer. Fred Ivens heeft in De Problemist, nr 3, 2014, heel treffende herinneringen opgehaald aan Wieger Hoekstra. Nieuwkomers, en dat was Fred als vijftienjarige in 1959 zelf, werden door Wieger in een mum van tijd ingepalmd met verbazingwekkend vuurwerk op het dambord, een anekdote en een drankje. De oprichter en erevoorzitter van RDG paarde beminnelijkheid aan wijsheid en humor. Ook Fred genoot van zijn erudiete pen en Wieger ontwikkelde zich in allerlei kringen tot “eminence grise” die in de befaamde Haagse bodega De Posthoorn net zo makkelijk omging met de kelner als met grootheden als Paul van Vliet en Ko van Dijk. Dus hierna flitsend vuurwerk van Twentse dammers uit de rubriek van Wieger van 2-11-1935 en nog een aardig probleem uit de rubriek van 18-3-1935.
| Na 21-26; 34-29? | Na 26-21, nu 11-17? | Wit aan zet |
 |
 |
 |
Een dambord bevat 50 velden, en is meestal niet zichtbaar genummerd. De nummers zijn van belang voor de notatie van een partij of ook van een stand. De nummering gaat van veld 1 linksboven, van links naar rechts naar 50 rechtsonder. Een streep in de notatie is een zet, een kruis een slag. “Dampuzzels” is bedoeld voor het breedst mogelijke gezelschap van puzzelaars.
A. Mantel - H. Hoogstede 0-2. Kampioenschap van Overijssel 1935. Hoogstede was nog maar 18 jaar toen hij dit kunststukje uitvoerde: 26x37; 42x31 27-32; 38x27 18-23; 29x18 14-20; 25x14 9x29; 18x9 3x14; 27x18 29-34; 40x29 8-13; 18x20 en 15x44 en winnende damdoorbraak. +z.
G. Mantel – F. Winkel 2-0. Mantel verlokte met 26-21 Winkel om 11-17 te spelen en daarna kwam een schitterende combinatie die eindigde met een zesklapper naar dam: 11-17?; 32-28 23x43; 48x39 17x26; 33-29 24x33; 39x17 12x32; 37x28 26x46; 40-34 46x40; 45x1. +.
Compositie van Jan de Kluijver, Oud Alblas (bij Alblasserdam). Wieger Hoekstra wist ook veel regionale dammers te bewegen tot het inzenden van problemen. Oplossing: 32-27 26x37; 27-22 18x27; 29x7 2x11; 48-42 37x30 en 35x2+.
Bram Doeves (
U vindt alle denksportrubrieken hier terug: Denksport
