Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: De vijf soorten remise; enkele eindspelblunders bij Tjalling Goedemoed.
Puntje 9c uit het spelreglement geeft nogal eens aanleiding tot verwarring. Voor de zoveelste keer had iemand op een clubavond nog een dam en een schijf tegen twee dammen en een schijf. Ja, dan mag de speler met de drie stukken gewoon doorspelen en dat levert in de praktijk natuurlijk al gauw scheve gezichten op. Eigenlijk onterecht, want de speler met twee stukken had zijn schijf allang gewoon kunnen weggeven en dan was het na nog 16 zetten remise geweest. Bovendien vormt die schijf eigenlijk alleen maar een geweldige sta-in-de-weg waarop de tegenstander soms nog leuk combineren kan ook. Bij drie dammen tegen een dam en een schijf is het recept om de schijf ijlings weg te geven zodat die ene dam zoveel mogelijk naar het midden van het bord kan en daar het minst gevaar loopt om nog door een zogenoemde schaar verknipt te worden. Indertijd heeft Tjalling Goedemoed in zijn eindspelrubriek in HD (1998-2005) ons vele wijze lessen over met name de schaar gegeven maar die zijn natuurlijk allang vervlogen. Daarom heb ik nog eens wat krasse staaltjes uit die oude rubrieken van Tjalling gehaald. Vandaag eerst even een beetje lachen want ik begin ik met drie blunderstanden uit zijn allereerste rubriek uit 1998. Meestal laat ik geen blunders zien, maar blunderen en eindspel zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Tjalling: “Het is bekend dat er in het eindspel van alles mis kan gaan. Schitterend opgezette partijen worden na urenlang precies manoeuvreren door een bok in het eindspel verknald.” Ik heb voor mijn rubrieken vele partijen nagespeeld en ik heb in het eindspel ook de welbekende dammers inderdaad menige bok zien schieten.
| Na 36-31, nu 3-26!? | Nu 5-37? | Nu 31-27? |
 |
 |
 |
Een dambord bevat 50 velden, en is meestal niet zichtbaar genummerd. De nummers zijn van belang voor de notatie van een partij of ook van een stand. De nummering gaat van veld 1 linksboven, van links naar rechts naar 50 rechtsonder. Een streep in de notatie is een zet, een kruis een slag. "Dampuzzels" is bedoeld voor het breedst mogelijke gezelschap van puzzelaars.
1.En na 3-26; 5-37! was de zaak bekeken
2. Het motto is, aldus Tjalling, een drie-om-een doorspelen ook al heeft de tegenstander de lange lijn. Want na 5-37; 33-42! was de zaak wederom bekeken (5-14 was uiteraard ook fout geweest).
3. Uit het Nederlands damkampioenschap 1991. De witspeler wilde niet de klassieke fout maken door te weigeren zijn laatste schijf te offeren en hij speelde 31-27 om op de volgende zet die schijf te offeren, maar hij verloor natuurlijk evengoed. Bron: Het Damspel, 1998-4, eindspelrubriek Tjalling Goedemoed.
Artikel 9 Het gelijk spel (remise) uit het spelreglement van het KNDB-handboek, via de website van de KNDB op 4-4-2015 opgezocht
De partij eindigt in remise als:
a. de spelers dit met elkaar overeenkomen, of
b. beide spelers vijf zetten hebben gespeeld nadat een stand is ontstaan van één dam tegen
hoogstens twee stukken waaronder een dam, of
c. beide spelers zestien zetten hebben gespeeld nadat een stand is ontstaan van één dam tegen drie stukken waaronder een dam, of
d. beide spelers vijfentwintig opeenvolgende zetten alleen met dammen hebben geschoven en niet hebben geslagen, of
e. er voor de derde keer dezelfde stand, met dezelfde speler aan zet, op het bord is ontstaan.
Dampuzzelboek; dammen: derivaat van een ruimtespel, Bram Doeves, 200 blz A5 €12,50, korting alleen op eerste druk €5,00, bij verzending buiten Zoetermeer, plus portokosten, verkrijgbaar bij Bram Doeves,
Bram Doeves, mei 2015 (
U vindt alle denksportrubrieken hier terug: Denksport
