schaakstukken

Schaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week over: Eerste match Karpov-Kasparov: onbesliste uitputtingsslag

De in 1984 lang verwachtte confrontatie tussen Anatoli Karpov en Garry Kasparov zou een botsing worden tussen twee stijlen en twee persoonlijkheden. De 33-jarige Karpov was een rustige positionele speler, technisch perfect, weinig creatief, met als hobby’s postzegels en dure auto’s. Een echte Rus die dan ook speciale bescherming genoot van het Kremlin. Kasparov was 21 jaar, creatief en met de moed om creatieve gedachten ook uit te voeren, of soms waren het eerder waaghalzerijen. Verder is hij de meest prominente pupil uit de school van Botwinnik. Kasparov lag minder goed bij de officiële instanties, net als Kortsjnoj. Uitdager Kasparov moest in de voorronden 45 partijen spelen, waarvan hij er maar 1 verloor, en dat deed herinneren aan de successen van Bobby Fischer. Het prijzengeld bedroeg 1 miljoen Zwitserse franken (ca 120.000 toenmalige guldens). Alleen de winsten telden, en wie 6x zou winnen, was Wereldkampioen. De bepaling over de remises zou na de match in heroverweging gaan, want het regende remises, waaronder heel erg saaie salonremises, en toen de match na bijna een half jaar nog steeds aan de gang was, greep FIDE-voorzitter Florencio Campomanes in, want intussen was de match vervreemd in een ordinaire uitputtingsslag waarin met name Karpov een ineenstorting nabij was. De match zorgde zo in ieder geval voor een nieuw wereldrecord, al zal niemand daar erg vrolijk van geworden zijn. In 1927 duurde de match tussen Capablanca en uitdager Aljechin ook al zo lang, maar dat was toen ruim twee maanden: van 16-9-1927 tot 26-11-1927. Aljechin won toen met 6-3, bij 25 remises. In 1984 begon de match in Moskou op 10-9-1984 en hij eindigde op 8-2-1985, na een dramatisch verloop. Na 27 partijen was de stand 5-0 voor Karpov, bij 22 remises, daarna won alleen nog Kasparov de 32e, de 47e en 48e en laatste partij, de stand was toen dus 5-3 voor Karpov, bij 40 remises. Na 27 partijen nam Kasparov bij een achterstand van 5-0 geen risico’s meer, en uit het verdere verloop van de strijd blijkt dat Karpov het uiteindelijk geestelijk en lichamelijk niet meer aan kon naar de visie van Campomanes die toen ingreep. Wordt vervolgd.

 

29. Nu Tcb1? Na Pb1

138.2 karpov2

138.Karpov

 

Karpov - Kasparov 0,5-0,5. Partij 11 WK 1984/85 (4-0 voor Karpov, bij 7 remises). Het Leidsch Dagblad van 11-10-84 kopt “blunderpartij in tweekamp”. Op de 24e zet had Karpov al een kansje voorbij laten gaan en nu zet hij zijn toren op b1. LD: “en het gezicht van Karpov kleurde rood bij het inzien van zijn blunder, zijn voordeel was op slag verdwenen”. Ook volgens Fritz had Karpov beter Tc2 kunnen spelen, dan had hij een klein voordeel behouden, maar of dat winst was geworden, is nog maar de vraag. Maar als Karpov wel gewonnen had, dan was die lijdensweg van 48 partijen er misschien niet gekomen.

Karpov – Kasparov 0-1. Partij 47 WK 1984/85 (5-2 voor Karpov, bij 40 remises). Kasparov dreigde al met kwaliteitswinst, maar na Pb1 gaat de loper van Karpov verloren: ... d3+!; Kb2 d2 en 0-1!, want er dreigde Tc2 Pc3+ met paardvork op de ongedekte witte loper.



Bram Doeves (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.), op donderdagavond bij SV Botwinnik, 2B-Home en op dinsdagmiddag bij de Ouderenschaakdamclub Palet Welzijn, Nathaliegang 79.


Bram Doeves

Bekijk hier alle schaakcolumns: www.zoetermeeractief.nl/sport/schaakrubriek

-advertenties-

-goede doel-