Schaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week:
De 'kastelijke' Lodewijk Prins
Grootmeester Lodewijk Prins (Amsterdam 1913-1999) was lange tijd een bekende figuur in de Nederlandse schaakwereld. Prins won in 1948 het tiende Hoogovensschaaktoernooi. In 1965 werd hij schaakkampioen van Nederland, ook al kon hij volgens Hein Donner geen paard van een loper onderscheiden, maar dat was een verwijzing naar eerdere polemieken over het loperpaar (*).
Van 1937-1968 speelde hij mee in 12 opeenvolgende Schaakolympiades en in 1956 organiseerde hij een Kandidatentoernooi in Amsterdam. Hij had een schaakkolom in “Het Parool” en schreef ook een aantal schaakboeken. In 1978 was hij als schaakjournalist van het Parool, samen met Lex Jongsma van De Telegraaf, Alexander Münninghoff van de Haagse Courant en de FIDE-SG Ineke Bakker in de Filippijnen om verslag te doen van de match om het Wereldkampioenschap tussen Karpov en Kortsnoj. Deze match was in Baguio City in een prestigieuze evenementenhal van de Marcos-Kliek waartoe ook Florencio Campomanes behoorde die toen nog de FIDE-afgevaardigde voor de Filippijnen was. President Marcos of misschien wel first lady Imelda Marcos had er ruim een miljoen dollar voor over gehad om het WK naar de Philippijnen te halen. Het genoemde verslaggevers-kwartet maakte ook een avontuurlijke tocht door de binnenlanden om een indruk te krijgen van het schaken. Tot de match Fischer-Spasski werd er op de Filippijnen vooral gedamd op het 32-kruispuntenbord, eventueel in zand uitgetekend en met doppen en kroonkurken als schijven, maar daarna werd ook in de Philippijnen het schaken steeds populairder. Maar niet bij iedereen want er groeide verzet tegen de Marcos-kliek die bovendien wel erg veel geld stak in dure prestige-projecten in plaats van projecten waarvan de gewone bevolking kon profiteren. Bij een bezoek aan een broeierig paaldorp met Lodewijk Prins voorop, werd Lodewijk ogenblikkelijk herkend als de vertegenwoordiger van de hogere kaste en kreeg hij vanzelfsprekend de ereplaats naast de dorpsoudste. Dat gaf de reisgenoten toch maar weer een gevoel van rust en zekerheid, al was dat van korte duur, want bij hun terugkeer was er een doodshoofd op de motorkap van hun auto bevestigd als uiting van de heersende onvrede over ook dat geldverslindende schaakevenement, maar daar bleef het bij. In 1982 werd Lodewijk door het FIDE congres retroactief tot grootmeester uitgeroepen vooral vanwege zijn schaakniveau van vlak na de oorlog.
Na e5? | Na f4! |
Lodewijk Prins – Einar Thorvaldsson 1-0. Schaakolympiade Buenos Aires 1939. Lodewijk behaalde als beste Nederlander toen een imposante 7,5 uit 11. Hier buit hij zijn betere positie combinatief uit: Tb7 Dc8; Txe7 Txe7; Pxe4 Te6 of?
Lodewijk Prins - Max Euwe 1-0. Maastricht 1946. Lodewijk won ook eens van Max Euwe, toen die nog in grote vorm verkeerde. Euwe won Maastricht 1946 met 7,5 uit 9, met een overmacht van 2 pt, maar hij verloor van Prins die met 5 uit 9 zesde werd (vijf maal winst). Lodewijk had een loper ingezet voor een gevaarlijke aanval, en hier heeft Euwe geen goede zet meer tegen de dreiging g5+, ook Fritz overweegt onder meer de nu komende zet: … Pd4 of?; Dxd4 Lxf5; gxf5 Kh5; De5 Dc5; f6+ Kh4; Dg5+ en 1-0.
(*) Loper versus paard
In het Jubileumboek van SC Utrecht (Lodewijk Prins speelde ook bij SC Utrecht) staat hierover het volgende. Als Donner in 1965 beweert dat Prins nog geen loper van een paard kan onderscheiden, bedoelde hij eigenlijk te zeggen dat hij zijn plusscore tegen Prins opbouwde als overwinningen van zijn loperpaar, omdat Prins achteloos zijn loper tegen Donners paard ruilde.
Door: Bram Doeves, SV Botwinnik,
Bekijk hier alle schaakcolumns: www.zoetermeeractief.nl/sport/schaakrubriek