schaakstukkenSchaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week:  

Jubileumboek 125 jaar SC Utrecht, 1886-2011: dr. Prange & Ed Spanjaard

Het boek begint met te verwijzen naar de Laatste Grote Revolutie: de industriële revolutie. Machines gaan de handen van mensen vervangen. Dat geeft in het begin een hoop ellende, maar ook steeds meer welvaart en vrije tijd. Dus worden vanaf halverwege de 19e eeuw overal schaakverenigingen opgericht, aanvankelijk door en voor de elite. In oktober 1886 wordt SC Utrecht opgericht. De eerste jaren zijn heel moeilijk. Oprichter dr. Prange belt de schakers steeds op om toch vooral naar de club te komen. Na afloop van het schaken blijkt hij ook een virtuoos aan de piano te zijn, en misschien zijn ze daarom wel gekomen, die eerste schakers, gewoon voor de gezelligheid. Prange blijkt ook de initiatiefnemer van het "Tijdschrift van de Nederlandse Schaakbond", het eerste nummer verschijnt op 1-1-1893.

Mr. Ed Spanjaard betrad als veertienjarige in 1923 de SC Utrecht en werd 13x clubkampioen en 10 jaar voorzitter en organiseerde in die tijd van alles. Zo was hij samen met bridgebestuurder André Boekhorst ook sterk betrokken bij de oprichting van het denksportcentrum in Utrecht, het eerste in Nederland. In 1961 wist hij een keer van Donner te winnen (zie dia 1). En in 1971 levert hij een be-langrijke bijdrage aan het "wonder van Utrecht". SCU, pas gepromoveerd naar de hoofdklasse, wil zich gewoon handhaven, maar staat in de laatste ronde met één matchpunt minder, tot veler verbazing pal achter de tegenstander van die ronde, het sterrenteam van Rotterdam, met onder meer Timman, Böhm en Jongsma. Opnieuw verrassend is de stand bij het afbreken voor de tweede keer, want het is dan 5-4 voor SCU, van de partij tussen Hans Böhm en Gerard Verholt. Verholt is langzaam weggespeeld en bij het afbreken is SCU de wanhoop nabij, enkelen willen de stelling al opgeven, maar Ed Spanjaard roept "Nee, nee! Nog niet! Eerst even rustig bekijken". Terwijl Spanjaard op va-kantie gaat, is de rest aan het analyseren, maar ze komen er niet uit. Dan toch weer een telefoontje van Ed Spanjaard vanuit zijn vakantieadres in Italië. Hij blijkt het toonaangevende eindspelboek van Chéron te hebben meegenomen en ziet daarin precies hetzelfde eindspel in spiegelbeeld. Remise, aldus Chéron. En Verholt houdt na de hervatting de partij inderdaad op remise! En SC Utrecht is de verrassende kampioen van Nederland, voor de tweede maal in zijn bestaan landskampioen!

 

Nu Th7-a7? Na Te1-h1
 SCU-1 SCU-2

Jan Hein Donner – Ed Spanjaard 0-1. Veenendaal 1961. Donner heeft Spanjaard helemaal over-speeld, en speelt met een volle loper méér nonchalant Th7-a7. En dan komt Th1; Kxh1 Kg3!! En Don-ner kijkt met gefronste wenkbrauwen naar het bord en zegt: "Ja Eduard, zulke dingen gebeuren", en geeft op.

Hans Böhm – Gerard Verholt 0,5-0,5. Utrecht landstitel 1971. Zie verder het klassieke eindspelboek van Chéron dat immers toch in uw boekenkast staat. De topscorers van 1971 speelden allen 7 partijen en dat waren Ed Spanjaard, Duistermaat en Perrenet 5, Van Kleef 4,5, Bert Kieboom en Gerard Verholt 4 en Lodewijk Prins aan het eerste bord 3,5.

 

Door: Bram Doeves, SV Botwinnik, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.  Bram Doeves

 

Bekijk hier alle schaakcolumns: www.zoetermeeractief.nl/sport/schaakrubriek

 

-advertenties-

-goede doel-