schaakstukken

Schaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week over:

 

Schaken in de Leidse regio 1930-1939. Het Euwe-effect

Term Krant

1920-

1929

1930-

1939

1940-1949

1950-

1959

1960-

1969

1970-

1979

Schaken LD 1.326 2.161 1.204 1516 987 1252
  LC 744 1.629 853 1664 1149 1156
  NLC 158 810 446 1043 1074 1105
Schaak LD 315 638 304 613 657 1230
  LC 204 723 298 551 672 875
  NLC 114 436 293 835 1401 850
b-leden Tijdschrift 1.701 8.980 15.913 14.300 16.004 30.000

Bij dammen uitzonderlijke situatie in Leidse regio, bij schaken is dat (voor mij) nog een vraagteken

Er is in de Leidse kranten nog nooit zoveel propaganda voor dammen gemaakt als in de jaren dertig, maar dat had mede als bijzondere oorzaak, dat er later ook nooit meer zulke goede damrubriekschrijvers zijn geweest als toen. Dankzij de 3 Leidse kranten was er in de Leidse regio in de jaren 30 een enorm aantal clubdammers, grofweg 750, dat zijn er nu grofweg 200, terwijl er in de jaren 30 in Nederland ongeveer 4000 clubdammers waren en nu weer. Ik schrijf dat grote verschil tussen het beeld van dammers in de Leidse regio en het landelijke beeld vooral toe aan de wijze van berichtgeving in de Leidse kranten. Er was nog een factor - die ten opzichte van schaken en ten opzichte van nu ontbreekt - en dat waren de werklozendamcompetities, zoals bijvoorbeeld in Leiden en Lisse. Alleen al in Lisse waren er in 1936 op een bevolking van 9.000 inwoners ruim 50 clubdammers, inclusief een aantal werklozen (nu 22.000 inwoners en nul clubdammers). Er waren toen in heel Nederland bijna een half miljoen werklozen, en daarvoor werden in veel plaatsen activiteiten georganiseerd. Dat ging dan bijvoorbeeld om voetbal en dammen, zelfs roeien, maar werklozenschaak, neen, dat ben ik niet tegengekomen in de Leidse regio. Er was ook geen werklozenbridge, maar bij bridge werden er drives georganiseerd ten bate van de Crisis Comités!

Ik schat in, dat ik zulke verschillen als bij dammen, niet zal tegenkomen bij schaken.

Overigens vallen de 1401 “schaak”-berichten van het NLC in de jaren 60 nogal op, mogelijk was er toen een heel goede schaakrubriek. Ik ga dat nog onderzoeken. En in de jaren dertig was er het “Euwe-effect”. Het eigenlijke thema van deze rubriek.

Euwe-effecten

Ongeveer 100 krantenberichten over match Aljechin-Euwe

Euwe-berichten,

Incl. fouten (*)

1934 1935 1936

LD

LC

NLC

64

60

68

176

175

168

126

153

111

(*) Zo ziet de computer een aantal keren ook Euwe in het woordje “nieuwe”.

Forse toename aantallen clubs en bondsleden

Jaar Aantal clubs Aantal bondsclubleden
1934 151 4.400
1935 167 5.450
1936 252 8.450
1937 296 9.620
1940 324 8.980 (mobilisatie)

In 1935 wordt Euwe wereldkampioen door de grote Aljechin te verslaan. Het beeld uit de kranten is dat zo’n beetje alle Nederlanders geweldig meeleven met Euwe en dat uit zich ook in een golf van nieuwe clubs en nieuwe clubschakers. Voor een heel groot deel zal de nieuwe toestroom van clubs en leden in de periode van 1935-1937/8 een Euwe-effect zijn. In 1940 is dat effect weer verdwenen, uiteraard mede door de mobilisatie, ook van clubschakers, door het uitbreken van WO2.

 

1.Na Lf6 2. Na Kc7
wk35 wk35.2

 

1.Alexander Aljechin – Max Euwe 1-0. WK 1935, 1e partij (1-0). De opening (Tsjechische verdediging) en het hele begin verliep helemaal volgens de verwachtingen en ging in rap tempo, maar op de 14e zet speelde Aljechin Dc2 en toen werd de zaak ernstig. Euwe dacht 40 minuten na en speelde toen Ta8-d8, wat volgens Salo Flohr, de secondant van Euwe, al de beslissende fout was, want vanaf dat moment versterkte Aljechin met elke zet zijn positie. Immers, het staat materieel nog gelijk maar Euwe staat hier hopeloos verloren. Alle witte stukken staan perfect voor de twee laatste zetten: Ph6+! Kh8; Dxc5! en 1-0. Fritz snapte niet waar Flohr het bij de 14e zet over had, zou hetzelfde spelen als Euwe en vond wit toen nog hooguit een fractie beter staan.

2. Max Euwe – Alexander Aljechin 1-0. WK 1935, 8e partij (5-3). Weer de Tsjechische verdediging waarin de zwartspelers kennelijk toch vertrouwen hebben, maar nu wijkt Euwe af van de gebaande wegen, met een aanval op de zwakkere damevleugel, en hij krijgt daar inderdaad een vrijpion en in de dia gaat Euwe ook nog een pion extra winnen: Lxc5 Lxc5; Lxd5 Kd6 of?; Lb7. Dit is de 30e zet. Het kost nog heel wat manoeuvreren, want pas op de 69e zet gaf Aljechin op.

 

Door: Bram Doeves, SV Botwinnik

Bekijk hier alle schaakcolumns: www.zoetermeeractief.nl/sport/schaakrubriek

-advertenties-

-goede doel-