Schaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week over: Euwe als wereldkampioen (2).
Na zijn goede prestatie in Zandvoort 1936 presteert Max Euwe in 1936 ook prima in nog twee zeer sterk bezette internationale toernooien: Nottingham 1936 en Amsterdam 1936. In Nottingham is de eindstand van de eerste acht: 1 en 2 Capablanca en Botwinnik 10/14; 3,4 en 5 Max Euwe, Reshevsky en Fine 9,5/14; 6 Aljechin 9/14; 7 en 8 Lasker en Flohr 8,5/14. Euwe verloor twee partijen, waarvan één tegen Aljechin, tegen wie hij revanche neemt in Amsterdam. In Amsterdam blijft hij als enige ongeslagen en hij eindigt als gedeeld eerste, samen met Fine, beiden met 5/7, voor Aljechin met 4,5/7. Fine verloor eindelijk zijn eerste partij in Europa (!) en wel van Hans Kmoch. Het valt op dat in 1936 de jongere garde schakers, met name Rueben Fine, Paul Keres en Michael Botwinnik, de oudere garde schakers begint te overvleugelen, maar Max Euwe, Aljechin en Capablanca weten aanvankelijk nog overeind te blijven in de aanzwellende storm.
| Na Pb7 | Na c2! Tg1 |
|
|
 |
Max Euwe – Theo van Scheltinga 1-0. Amsterdam 1936. Euwe speelt nu onvervaard Lf5! Want als paard toren zou slaan wint Euwe door “pionnenovermacht”. En inderdaad, Van Scheltinga geeft hier op.
Alexander Aljechin – Max Euwe 0-1. Amsterdam 1936. De schaakgrootheden in 1936 en ook Fritz vinden Aljechin aanvankelijk beter staan maar nadat de dames geruild zijn gaat het voordeel over op Euwe en voor de “zoveelste maal in die tijd” weet WK Euwe door ragfijn positiespel de fraai gewonnen eindstand van dia 2 te bereiken!
Door: Bram Doeves (
Bekijk hier alle schaakcolumns: www.zoetermeeractief.nl/sport/schaakrubriek
