Schaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week over: Schaken in de Leidse kranten 1940-1949 deel 2
De populariteit van het schaken in Leiden eo is goed af te meten aan de teamcompetitie van de Leidse Schaakbond (LSB) en het Persoonlijk Kampioenschap van de LSB.
De teamcompetitie. Uit de jaarvergadering van de LSB blijkt dat er in 1946 22 clubs zijn aangesloten met 680 leden. Er spelen dan 40 tientallen in 4 klassen. Elke klasse bestaat uit een A- en een B-groep, dus 8 groepen in totaal. In 1947 zijn er 28 clubs met 682 leden, en is er een competitie met 52 tientallen. In 1949 zijn er 53 teams, waarbij de twee eerste klassen intussen gesplitst zijn in een eerste klasse en een overgangsklasse.
Aan het persoonlijk kampioenschap van Leiden en Omstreken doen in 1946 24 schakers mee in vier groepen van 6 spelers, de hoogste twee komen in de finalegroep. W. Demmendal wordt kampioen, met J. Orbaan op de tweede plaats. In 1948 (1949) doen 48 (42) spelers mee aan het PK Leiden EO. Er staan geen partijen met volledige notatie meer in de krant. De kranten propageren nog steeds schaken, maar misschien mede door de papierschaarste, niet meer zo intensief als in de jaren 30. Aanvankelijk in 1946, en misschien ter voorkoming van dubbele berichten, staat zo’n beetje al het schaaknieuws in het LD.
De Zilveren Koning krijgt definitieve bestemming. Vanaf het begin van het PK Leiden heeft het LD (Leidsch Dagblad) een wisselprijs, de Zilveren Koning, beschikbaar gesteld voor de kampioen, en na ruim 20 jaar is deze definitief gewonnen door A. Idema, die namelijk 3x achtereen kampioen LSB werd.
Verder enkele regionale bijzonderheden.
Verbazingwekkend genoeg blijkt Palamedes nog te bestaan, want het vierde op 4-11-1946 zijn 100-jarig bestaan. Er zijn dan nog 7 leden, die nog de 19e eeuwse mentaliteit etaleren met de bewering dat men altijd al een gezellige, intieme kring van schakers ambieerde voor enkel onderlinge partijtjes voor de gezelligheid.
In oktober 1946 doen 178 schakers mee aan de massakamp Leiden vs Omstreken, die Leiden wint met 53-36.
Vlak na de oorlog is er ook enkele jaren een zogenoemde bondencompetitie. Het LSB-team, met de beste schakers van de LSB-clubs, verliest met 2-8 van de Amsterdamse Schaakbond en met 1,5-8,5 van de Haagse Schaakbond.
De grootste schaakclubs van de LSB blijven Philidor (67 leden) en LSG (60 leden). LSG1 speelt in de KNSB.
G. Bosscha blijkt 25 jaar voor het LD het schaaknieuws te hebben verzorgd. Zijn opvolger is A.E. Modderman.
Het nationale en internationale schaaknieuws in de Leidse kranten
Dat draait vooral om Max Euwe. Hij is eind jaren 40 overal in de wereld te vinden, om deel te nemen aan toernooien en om simultaans te geven. Hij blijkt ook Russisch te studeren/spreken. Van september 1946 tot september 1949 is hij schaakprof in dienst van de KNSB, zodat hij meer tijd kan besteden aan het schaken, maar zo eenvoudig ligt zulks niet, zoals hierna blijkt. Er zijn al een heleboel opvallende toernooien, maar twee steken daar nog weer bovenuit. Het grote wereldschaaktoernooi in Groningen in 1946 is ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Groninger schaakclub Staunton. Het is geweldig sterk bezet, mede dankzij de inspanningen van Max Euwe die ervoor zorgt dat er ook Russische schakers meedoen, en de winnaar zou ook mogen meedoen aan het WK-toernooi, maar het toernooi wordt gewonnen door Michael Botwinnik, die zich al geplaatst had voor het WK. Max Euwe reist na afloop mee met de Russische schakers om als wedstrijdleider op te treden bij de wedstrijd Sovjet-Unie – VS. De sympathieke Max Euwe geniet steeds meer aanzien in de schaakwereld.
Na problemen ging dan eindelijk het WK in 1948 van start voor twee rondes in de Haagse Dierentuin en dan nog drie rondes in Moskou waar Euwe een speech in het Russisch uitspreekt! Favoriet Botwinnik wint overtuigend, voor de andere twee Russen, terwijl de Amerikaan Reshevsky ook een goede prestatie neerzet, maar Euwe faalt afgrijselijk. Commentaar Euwe: we deden allemaal wel eens foutzetten, maar die van mij leidden steeds tot verlies. Commentaar Botwinnik: Euwe heeft zich niet goed voorbereid. Zijn openingen gingen nog wel goed, maar na omstreeks 3 uur ging hij “experimenteren” en dat liep meestal slecht af. Ook al was de wereldtop kennelijk te sterk voor Euwe geworden, in Nederland was hij nog altijd veruit de beste schaker en steeds NK, zoals na de achtkamp in 1948 tegen Van Scheltinga, die Euwe ruim won met 5,5-2,5.
1. Na Dxf4 | 2. Na Lc4! |
|
1.Herman Steiner – Michael Botwinnik 0-1. Groningen 1946. Michael Botwinnik wint dit wereldtoernooi met 14,5/19, voor Max Euwe met 14 en Vassily Smyslov met 12,5. Het wordt steeds drukker voor de zwarte koning: Tg4; Dd2 Ph4; Pe3 Pxf3; exf3 Th4; Pf1 Lg5! En 0-1.
2. Max Euwe – Vassily Smyslov 0-1. Den Haag WK 1948. Eindstand: 1. Botwinnik 14/20; 2. Smyslov 11; 3. Reshevsky 10,5; 4. Keres 10,5; 5. Euwe 4 (+1=6-13). Een beruchte partij waarin Euwe in betere stand 2 paardoffers brengt: Pexg6!! (is goed) fxg6; Pxg6!!?? (is niet goed) zwart kan de dame nog steeds niet nemen, maar Kxg6 en vervolgens kan Smyslov zijn koning met twee paarden meer in veiligheid brengen, 0-1.
Door: Bram Doeves (
Bekijk hier alle schaakcolumns: www.zoetermeeractief.nl/sport/schaakrubriek