Schaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week over:
Ratingverschillen en scorekansen (3); dalend aantal schakers
In aflevering 92 is al ingegaan op de jaren 80 toen het fenomeen van de achterbankkinderen opkwam. Ma bepaalde de agenda van haar kind en selecteerde de activiteiten waar de kinderen talent voor hadden. Maar kan je op die leeftijd al uitblinken in schaken? Piaget was een Zwitserse kinderpsycholoog die in de jaren 30 kinderintelligentie mat, met als conclusie: kinderen kunnen nog niet logisch nadenken, dat komt pas met de puberteit, als de waarden van de gedragshormonen gaan stijgen. Hij adviseerde om geen meetkunde op de basisscholen te gaan onderwijzen, veel te moeilijk. Nou is schaken misschien nog wel moeilijker dan meetkunde enerzijds, maar anderzijds hebben die interactieve computers van nu veel meer mogelijkheden dan de vroegere lesmethoden om kinderen eerder en sneller complexiteiten te leren begrijpen. Ook de huidige stappenmethode draagt er ongetwijfeld toe bij dat althans sommige kinderen herkenbaar kunnen schaken al vóór de puberteit. Niettemin vind ik nog wel iets terug van de gedachten van Piaget in de volgende tabel.
Geboorte- jaar |
Aantal hoofdleden (*) |
Geboorte- jaar |
Aantal hoofdleden |
Geboorte- jaar |
Aantal hoofdleden |
2009 2007 2005 2003 |
69 643 910 806 |
2001 1999 1997 1995 |
370 202 143 98 |
1948 1947 1946 |
297 326 313 |
(*) aantal hoofdleden met en zonder rating (in totaal 19016)
Als kinderen nog heel jong zijn neemt de belangstelling voor schaken tot in de hoogste groep van de basisschool nog toe, en de mogelijke selectie van de ouders op activiteit, valt dan eigenlijk nog wel mee. Vrij naar Piaget: op de basisschool hebben kinderen nog niet het besef of en hoe talentvol ze zijn voor schaken, dat komt pas als ze in de puberteit komen, en dan gaat het aantal schakertjes met het jaar weer drastisch omlaag tot nog minder dan 100 als ze 20+ zijn. Ook nu blijkt weer dat de oudere schakers met een veel groter aantal lid zijn gebleven, al zitten we met de tabeljaren wel in de naoorlogse geboortegolf. Algemeen bekend is, maar niet precies (de KNSB is zuinig met informatie hierover), dat het aantal schakers jaarlijks een daling vertoont. In de topdagen van Timman waren er meer dan 30.000 schakers, nu nog 11.000 20+ schakers met een rating. De jaarlijkse instroom vanuit de jeugd is uiteindelijk nog minder dan 100, en door “vergrijzing” valt er kennelijk een veel groter aantal oudere schakers weg. Nu zijn er volgens het CBS ruim 4 miljoen denksporters, vooral ouderen met meer vrije tijd, die vooral thuis puzzels oplossen, de schappen van de supermarkten liggen er vol mee, en de verwachting was wellicht dat de golf vrijetijd-ouderen ook naar schaakclubs zouden toestromen, maar ik zie ze in Zoetermeer lid worden van de 20 bridgeclubs (met 1500 leden) met een gemiddelde leeftijd van 65+, maar niet of nauwelijks van de 2 schaakclubs (met 100 20+leden). Geen enkele bridgeclub in Zoetermeer doet aan jeugdbridge, maar de bridgeclubs zijn bij ouderen erg populair. Hoe kan dat? Wordt vervolgd.
1.zwart aan zet |
2. Zwart aan zet kan winnen |
|
1.De stappenmethode (vervolg en wordt vervolgd). Uit stap 5, les 15. De loper van de verkeerde kleur. Ondanks ruim materieel overwicht is deze stand remise omdat de witte loper niet op de kleur staat van het promotieveld van de randpion. Maar de zwarte koning moet geen haast hebben: Kc8 is verliezend. Na a6 blijkt hij een kostbaar tempo te hebben verspeeld, hij kan immers de pion niet naderen door de barrière die pion en loper samen hebben opgeworpen en na een nieuwe zet gaat de pion ongehinderd promoveren. In plaats van Kc8 is Kd7 a6; Kc6 a7; Kb7 Le3 wel de goede remiseroute naar Ka8 en er dreigt pat als de witte koning de zwarte koning te dicht nadert.
2. De stappenmethode. Uit stap 5, les 15. De loper van de verkeerde kleur. …Kf7? Is remise want dan kan de witte koning op tijd hoekveld a1 bereiken. …a3? Is remise want dan kan ook de witte pion snel genoeg promoveren. Maar … Lb3! is winst: Kd4 a3; Kc3 La3; Kc3 La4!! En nu heeft zwart opnieuw een onneembare barrière opgebouwd en kan de witte koning daar niet doorheen om de promotie van de pion te verhinderen.
Door: Bram Doeves (
Bekijk hier alle schaakcolumns: www.zoetermeeractief.nl/sport/schaakrubriek