Schaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week over:
Schaken in de drie Leidse kranten in de jaren 60
De jaren zestig kenmerken zich door een stilstand van het aantal schakers in de LSB, en bij een groeiende bevolking betekent dat een relatieve achteruitgang. De TV en de studie zijn de geduchte concurrenten voor het schaken. In 1963 spelen er nog 44 teams van 24 schaakclubs van 680 leden in 3 klassen (1, 2a, 2b, 3a, 3b en 3c). In 1966 is het aantal teams teruggelopen tot 39 en in 1969 tot 37. Aan het persoonlijk kampioenschap van de LSB doen in 1963 ca 50 leden mee en enkele jaren later zijn dat er minder dan 40. De kwaliteit van het schaken in de Leidse regio is wel toegenomen, nog nooit eerder spelen drie teams in de landelijke KNSB-klassen (LSG 1 en 2 en Philidor). De aandacht in de kranten verlegde zich enigszins naar deze teams. De typisch lokale berichtgeving over schaken was nog niet eerder zo mager geweest. Tijdens de rondvraag van de LSB-jaarvergadering in 1966 uitte een aantal leden kritiek op de “persvoorlichting”, die ze vaak onvoldoende vonden en naar hun mening was er soms zelfs sprake van anti-reclame voor het schaken. In 1968 viert de LSB zijn 40-jarig bestaan met een aantal evenementen, zoals snelschaken, simultaanschaken en er komen een zestal schaakproblemen in de kranten met prijsjes voor de goede oplossingen. Op het derde probleem komen 85 goede oplossingen binnen. Ondanks deze succesvolle propaganda leidde dat toch niet tot een betekenende opleving van het aantal leden in 1969. W.H. van der Nat besteedde in een schaakrubriek nog aandacht aan de eerste kampioen van de LSB, C. Goudsmit. Vooraf aan de laatste ronde stond hij nog een half puntje achter de legendarische G. Bosscha, maar de spannende finale tussen de beide kemphanen won Goudsmit.
| Na Kd6? | Na Txe3 |
|
|
 |
In 1963 won Jan Hein Donner het zilveren Hoogovenschaaktoernooi, en behaalde daarmee het grootste Nederlandse succes sinds Groningen 1946. Bovendien behaalde drs Carel van den Berg - eerste bordspeler van LSG - 8 pt en werd daardoor internationaal meester. Carel was geboren in Rotterdam/Hillegersberg en woonde en werkte later in Amsterdam, maar hij had zijn jeugd doorgebracht in Leiden waar hij het Stedelijk Gymnasium bezocht en waar hij als tiener na een stevige ballotage (in die tijd werden tieners nog te jong geacht voor een serieuze sport als schaken) lid werd van het LSG. Carel van den Berg werd later vooral bekend om zijn schaakrubrieken in De Telegraaf.
Jan Hein Donner – Gideon Stahlberg 1-0. Hoogovens Beverwijk 1963. 1. Jan Hein Donner 12 uit 17, 2. David Bronstein 11,5, 3. Borislav Ivkov, Bruno Parma en Herman Pilnik 11. Donner staat al veel beter, en gaat nu het paard winnen: Th6+ Kd5; Pf6+ Kd4; Txh4+ Kd3 en 1-0.
Erno Gereben – Carel van den Berg 0-1. Hoogovens Beverwijk 1963. Ook Carel combineert fraai naar winst: Dh2+; Kf1 dxe3; Pe4 Lxe4; dxe4 Tf8+; Ke2 Tf2+; Kxe3 Txg2; Td1+ Ke7 en 0-1.
Door: Bram Doeves (
Bekijk hier alle schaakcolumns: www.zoetermeeractief.nl/sport/schaakrubriek
