Schaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week over:
Schoolschaak wint terrein in de jaren 70
In de jaren 70 staan er meer “schaakspecials” in de Leidse kranten dan voordien. Zo ook een heel aardig informatief stuk in de Leidse Courant van 29-1-1972 over de schoolschaakgroei. Beverwijk is als eerste gemeente begonnen met schaaklessen op de lagere scholen, nadat een “Werkcommissie Schoolschaken” naar genoegen had aangetoond dat het verstandiger was om met schaken te beginnen bij de leerlingen van de lagere scholen en niet bij die van het voortgezet onderwijs. Het hooggestemde “ideaal” is “de leerlingen logisch te leren denken, waardoor zij in hun latere leven betere resultaten zullen bereiken”. In Beverwijk zijn hiermee 23 van de 29 scholen actief aan de slag gegaan, en daarvoor zetten zich ca 20 leraren in.
In het LSB-gebied hebben de scholen het schaken nog niet ingeroosterd, met enkele uitzonderingen. Volgens de Jozephschool in Roelofarendsveen is er daar geen tijd voor schaken meer, want “het peil ligt te laag”. Vooral het taalgevoel is bepaald nog niet ontwikkeld en de woordenschat is nog erg gering. Dat moet eerst drastisch veranderen. In Leiden gaan de 3 grootste verenigingen, Philidor, LSG en Leithen de scholen helpen met schaakonderricht aan jonge leerlingen. Dr Selier, voorzitter van de LSB, is in ieder geval tegenstander van het werven van kinderen voor de schaakclubs, want schaken is een avondsport, en dan horen de kinderen te bed te liggen. De krant concludeert dat “toeval” een grote rol speelt bij het schaakonderwijs aan kinderen, want sommige schoolonderwijzers zijn wel schaakminded en geven schaakles op hun school, ook al “was er niet veel tijd voor”, Één van de docenten vond, dat het er niet meer om gaat om de leerlingen qua intelligentie op een hoger plan te brengen, maar louter om de jongeren een vorm van vrijetijdsbesteding aan de hand te doen.
Mijn commentaar is dat uit het stuk blijkt dat het jeugdschaak in de jaren 70 nog zeer in de kinderschoenen staat. Dat blijkt wel uit de gedachtengang van de voorzitter van de LSB. In de huidige praktijk schaken en trainen kinderen gewoon voorafgaand aan het avondschaak. Maar veel kinderen zijn er gewoon nog niet aan toe (aldus iemand van de Jozephschool). Dat is ook het standpunt van de Zwitserse psycholoog Jean Piaget uit de jaren 30, die om die reden heeft geadviseerd om kinderen geen meetkunde te doceren op de lagere school. Pas in de puberteit gaan leerlingen logisch nadenken en zijn dan veel beter in staat om lessen in meetkunde en schaken te volgen. Op dit moment wordt niettemin heel breed schaakonderricht gegeven aan basisschoolleerlingen als vrijetijdsbesteding, en schaken blijkt onder die leerlingen veel populairder dan onder leerlingen op het voortgezet onderwijs want daar zet een enorme uitval in. Het aantal KNSB-schakertjes in de jaargroep (geboren in) 2004 is het grootst, dan zijn er ca 1200 KNSB-leden. Hierna begint de uitval en de jaargroep 1994 is nog maar ruim 100 KNSB-leden groot! Hierna enige flitsen van jeugdtopschaak tot en met 12 jaar.
Na Pe1 | Na c5 |
|
Arthur Maters – Siem van Dael 0-1. NK 12 (t/m 12 jaar) 2016. Siem van Dael eindigde met 8,5 uit 9 als Nederlands kampioen, vóór Lucas Nguyen met 7 en Yichen Han met 6,5. Pd3 e4?? (Pxd3 toch gewoon) Pxc1 en dat wint al de kwaliteit en even later de partij.
Siem van Dael – Leon Reina 1-0. NK 12 2016. La4! Te7? (Tf8 bijvoorbeeld); Txc3! En wit heeft met een lichte combinatie een winnend voordeel bereikt.
Bram Doeves (
Bekijk hier alle schaakcolumns: www.zoetermeeractief.nl/sport/schaakrubriek