Zoetermeer heeft de jeugdhulp en Wmo geregeld voor de landelijke start van de decentralisaties per 1 januari 2015. Na een lange raadsvergadering op 13 oktober 2014 stemde de raad uiteindelijk ’s nachts in met het geamendeerde beleidsplan Wmo en Jeugdhulp 2015. Het CDA, Zó Zoetermeer, SP en GroenLinks stemden tegen.
Met dit besluit is de raad niet over één nacht ijs gegaan. “De gemeente staat aan het begin van de grootste stelstelwijziging ooit”, benadrukten verschillende fracties in een overvolle raadzaal. Per 1 januari 2015 worden de Wet Jeugdhulp en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van kracht. Nieuwe verantwoordelijkheden en taken komen naar de gemeente voor ondersteuning en zorg voor inwoners. De raad neemt de verantwoordelijkheid die richting de gemeente komt uitermate serieus. “Niemand mag tussen wal en schip raken.”
In Zoetermeer wordt de lichte vorm van huishoudelijke hulp afgeschaft. Mensen met een lager inkomen kunnen een beroep doen op bijzondere bijstand indien zij licht huishoudelijke hulp, geleverd door een thuiszorgaanbieder, niet kunnen betalen. De raad besloot de inkomensgrens voor mensen met een lager inkomen wel op te trekken tot 130% in plaats van de voorgestelde 120%.
De voltallige raad is van mening dat mantelzorgers waardering verdienen. De gemeente heeft van het rijk dit jaar extra geld (€ 37.300) voor mantelzorgondersteuning ontvangen. Dit bedrag wordt gebruikt om de blijk van waardering te financieren. Mantelzorgers mogen kiezen of zij een blijk van waardering in natura willen of een financiële tegemoetkoming.
Voor het regelen van de zorg wordt steeds meer een beroep gedaan op de samenleving. De raad vindt het daarom belangrijk dat er meer aandacht wordt besteed aan het werven en matchen van vrijwilligers. Het college heeft opdracht gekregen hierover met betrokken organisaties in overleg te treden.
Hoe alle veranderingen in de praktijk gaan uitpakken, is nu nog niet helemaal te overzien. Er zijn nog veel onduidelijkheden over de effecten en gevolgen in de praktijk voor de mensen die zorg gaan ontvangen. De vinger aan de pols houden, is voor de raad daarom belangrijker dan ooit. De raad wil kunnen bijsturen waar nodig. Om die reden wil de raad van het college een plan hebben over monitoring van aantallen en soorten cliënten, de financiën en de maatschappelijke effecten. Ook de rekenkamercommissie wordt hierbij betrokken.
De raad heeft het college tevens opgeroepen halfjaarlijks een ronde tafel-sessie te organiseren met zorgorganisaties en cliënten die komen vertellen over hoe de nieuwe zorgtaken van de gemeente voor hen uitpakken. Hiermee wordt medio 2015 gestart.
