Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week de 2 matches om het WK tussen Isidore Weiss en Jack de Haas.
Beide matches vonden in Amsterdam plaats, in 1904 en 1907. Weiss was de laatste grote kampioen van de ‘romantische’ periode, tot en met de eerste match stond hij bekend om zijn verrassende zetjes. Aangezien niettemin de eerste match in 10-10 was geëindigd, was positiespeler Jack de Haas vol vertrouwen dat hij Weiss in de tweede match wel even zou verslaan, want al die zetjes zouden geen kans krijgen tegen een goede positie en bovendien kende hij die zetjes zo langzamerhand wel. Dat is in deze trant opgeschreven door I. Meijer in ‘Het Damspel’ van juni 1907 dat toen nog het cluborgaan was van de Amsterdamse damclub VAD en dat in 1909 werd overgenomen door de Nationale Dambond. Maar tot verbijstering van iedereen inclusief verslaggever Mijer werd er in 1907 heel anders gespeeld dan in 1904. In 1904 was het combinatiespel, en in 1907 was het positiespel. In 1904 speelde Weiss zowel het positiespel als het eindspel nog heel gebrekkig, maar in 1907 had zijn spel een volledige metamorfose ondergaan. Weiss zei daarover dat hij helaas niet had kunnen schitteren door combinaties, want ‘met zo’n geduchte tegenstander als de Haas kon men geen gekheid meer maken’. In 1907 was het een match over 20 partijen, en in niet één van die 20 partijen kwam een schitterende slagzet voor, en bovendien waren er 15 remises. Uiteraard bleef er voor de meer ‘conservatieve’ dammers genoeg ruimte over voor combinatiespel en slagspektakel in gewone damwedstrijden, en de Amsterdammer Mijer meende toen dat vooral ‘onze vrienden’ van het Rotterdamse Constant die neiging nog wel een tijdje zouden koesteren. De resultaten van de beide matches:
WK-match 1904 Weiss (de Haas) 10. 3. 4.3. 10 (Weiss bleef wereldkampioen)
WK-match 1907 Weiss (de Haas) 20. 3.15.2. 21 (Weiss opnieuw wereldkampioen).
Hierna twee fraaie zetjes van Isidore Weiss uit het WK 1904.
| Na 36x27 | Na 20-24 |
 |
 |
Jack de Haas – Isidore Weiss 0-2. WK Amsterdam 1904 (2e winst). Aangezien Weiss vaak met dit ‘typezetje’ won, is dit zetje naar hem genoemd: het zetje of bruggetje van Weiss: 14-20; 25x14 24-30; 35x24 23-29; 24x33 13-19; 14x23 18x47 en dam, +z.
Isidore Weiss – Jack de Haas 2-0. WK Amsterdam 1904 (3e winst). Weiss verrast de Haas nu met een fraaie stille zet: 37-31! Na 31-26 wint Weiss een schijf, maar met het gespeelde 21-26 komt de Haas van de regen in de drup door een fraaie meerslagfinesse: 28-23! 26x17 (meerslag) en 23x3 en dam en even later winst.
Bronnen: ‘Het Damspel’ van juni 1907, de zak-encyclopedie voor dammers van J.F. Moser, Baarn 1960 en Turbodambase van Klaas Bor.
Bram Doeves (
U vindt alle denksportrubrieken hier terug: Denksport
