Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: Tjalling Goedemoed: veel drie-om-eens zijn kansrijk, dus doorspelen
Bij goed spel is een drie-om-een remise, dat weten alle dammers, en daarom ook vinden veel dammers dat doorspelen in een drie-om-een “onsportief” is. Echter, het probleem is dat veel dammers op het cruciale moment lang niet altijd zien hoe die remise moet worden gespeeld. Dus drie-om-eens zijn kansrijk genoeg om die door te spelen, aldus Tjalling. In 2001 had Tjalling in wedstrijden al twee keer gewonnen met een drie-om-een, en op de Friese jeugdtraining heeft Tjalling als jeugdtrainer tegen alle deelnemers drie-om-eens uitgespeeld met als opdracht om het 16 zetten vol te houden, maar tegen de meeste deelnemers had hij in die 16 zetten 3 à 4 keer gewonnen. Ook heeft Tjalling in zijn rubrieken laten doorschemeren dat zelfs internationale arbiters grote moeite hebben met het toepassen van de 16-zetten-regel, zo letten ze meestal niet echt op regel-16-gevoelige standen, laat staan dat ze tot zestien gaan tellen. Ook al hoeft het niet in theorie, in de praktijk moet jezelf de 16-zetten-regel goed in de gaten houden. Tjalling heeft minstens één geval meegemaakt waarin iemand doorspeelde en uiteindelijk verloor, terwijl de partij in theorie remise was door de 16-zetten-regel.
| Na 27-36, nu 29-33? | Zwart aan zet | Wazew |
 |
 |
 |
Een dambord bevat 50 velden, en is meestal niet zichtbaar genummerd. De nummers zijn van belang voor de notatie van een partij of ook van een stand. De nummering gaat van veld 1 linksboven, van links naar rechts naar 50 rechtsonder. Een streep in de notatie is een zet, een kruis een slag. "Dampuzzels" is bedoeld voor het breedst mogelijke gezelschap van puzzelaars.
1. De methode van de opsluiting. In de eerste dia speelde de zwartspeler 12-29 naar de andere kant van de lange lijn, omdat het zetje van de lange lijn dreigde. Wit speelde toen 27-36 met nog steeds dezelfde dreiging. De zwartspeler kon dus niet terug over de lange lijn en bleef met 29-33 ook nog eens gewoon in het midden van het bord. Normaliter is dat keurig volgens de eindspelregels, maar helaas zijn daar uitzonderingen op … Na 29-33 won wit niet met het zetje van de lange lijn, maar nog veel simpeler door opsluiting: 37-42! 33x47; 10-15, +.
2. De methode van de magische driehoek! Een spitse driehoek met een dubbele-schaardreiging, die wit op vier plekken op het bord kan opbouwen. Als zwart dan op 8 staat heeft hij geen goed vluchtveld meer.
3. Macgillavry - De Heer 1-1, 2001. Het werd dus remise, maar wit had hier kunnen winnen met de al eerder gepresenteerde trechtermethode, 10-14!! 48-31; 9-4! 31-26; 4-9!! +.
Dampuzzelboek; dammen: derivaat van een ruimtespel, Bram Doeves, 200 blz A5 €12,50, korting alleen op eerste druk €5,00, bij verzending buiten Zoetermeer, plus portokosten, verkrijgbaar bij Bram Doeves,
Bram Doeves, (
U vindt alle denksportrubrieken hier terug: Denksport
