Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: Dat kan ik beter!
Half oktober 1975 ontspoorde in de vijfde ronde van de Meesterklasse Viertallencompetitie het bieden van de Rotterdamse Bridgekring in onderstaand spel tegen Culemborg. Culemborg kwam aan de leiding door een overwinning op Bridgekring met 17-3, mede door een grote nederlaag van 19-1 van ABC tegen USS; ABC duikelde daardoor van de eerste naar de vijfde plaats. Culemborg zou in de eindstand derde worden en Bridgekring zou degraderen. Op 10-1-1976 kwam Herman Filarski op het bieden terug in zijn rubriek in de Leeuwarder Courant met als kop: “dat kan ik beter!”.
Er waren veel toeschouwers bij dit duel aanwezig en zij zagen groot maar vreemd spektakel in onderstaand partijtje dat op het bridgerama (demonstratietableau) verscheen.
West/Allen
Aan tafel 1 volgde een “alledaagse” bieding: West en Noord pasten, Oost opende met een “sterke klaver” (kunstmatig, minimaal 16 punten), Zuid deed het voor de hand liggende en goede bod van vier ruiten, West vond zijn goede zeskleur nog juist voldoende om vier harten te bieden, Oost beheerste zich en OW maakten elf slagen voor een score van 650.
Aan tafel 2 ging het heel anders toe. Oost opende in de derde hand met één schoppen, Zuid drie ruiten, West paste, Noord 3SA, Oost doubleerde en allen pasten. Vijf down na hartenuitkomst! En nog eens 1400 punten voor OW!
Zonder iets gehoord te hebben, wist Grootmeester Filarski uiteraard wel de argumenten voor deze bieding na afloop:
Zuid tegen Noord: Belachelijk om met zo’n matig spel, dunne schoppendekking, helemaal geen hartendekking en géén aansluiting in ruiten, toch 3SA te zeggen. Noord tegen Zuid: Hoe haal je het in je hoofd om met dit Zuidspel die drie SA in te laten? Flilarski verdeelde de schuldvraag en gaf Noord 70%: het is haast onvoorstelbaar, om met dit Noordspel 3SA te bieden en als dat vervolgens gedoubleerd wordt, nog in te laten ook; ten slotte is Zuids bod van drie ruiten niet meer dan “inviterend” geweest, maar Zuid had wel eens kunnen bedenken dat de feitelijke aanwezigheid van zijn 12 punten bij een partner die in de eerste ronde paste, nou niet direct een aanbeveling was om een gedoubleerde 3SA in te laten. Hoe dan ook: menig toeschouwer zal niet ten onrechte hebben gedacht: dat kan ik beter!
Naar Herman Filarski, Bram Doeves (