Verschillende politieke partijen schrijven een column over wat hen bezig houdt. Persoonlijk, direct, over onderwerpen die ons allemaal raken. Vandaag leest u de column ‘De neus’ van Fred van Rijn, Zoetermeer Vooruit.

De neus

NeusDoor omstandigheden is mijn reukvermogen geheel verdwenen. Dat is vervelend, want een lekker geurtje is aan mij niet besteed. Het kan ook gevaarlijk zijn, want een brandlucht of vrijkomend gas wordt door mij niet opgemerkt. Gelukkig zijn er op dat gebied voldoende melders in de handel die mij tijdig waarschuwen voor naderend onheil. Maar het niet-ruiken heeft ook positieve kanten, vooral voor mijn naaste omgeving. Het is immers gemakkelijk om iemand in de buurt te hebben die zijn neus niet ophaalt voor het opruimen van vieze troep. Maar dit terzijde.

Hoewel de primaire functie van het orgaan mijn neus voorbijgaat, is het toch een orgaan dat zich laat gelden. Zo is het een fijne neus om overal in te steken. Een heerlijk neus om mee in de boter te vallen. Om samen mee ergens bovenop te staan. Om mee in de boeken te duiken. En te proberen verder te kijken dan hij lang is. En als het allemaal te veel wordt, doe ik gewoon net of hij bloedt. Zo zie je maar, ondanks wat gebreken toch een kostbaar bezit.

Onlangs kwam ik te weten dat er zoiets als een gemeentelijke geurvisie bestaat, met een geurbeleid en een heuse geurverordening. Nu suggereert een visie dat er door wijze mensen lang is nagedacht en gewikt en gewogen om recht te kunnen doen aan alle belanghebbenden die met het onderwerp te maken hebben. Die visie wordt dan vertaald in een beleid dat uitvoerbaar en handhaafbaar wordt gemaakt met wet- en regelgeving. Zo weet elke partij waar hij zich aan te houden heeft en welke sancties er worden opgelegd bij het niet nakomen van wat afgesproken is. Helder en transparant.

Om het even concreet te maken. Zoetermeer ligt zo’n beetje in het groene hart van de Randstad, met veehouderijen en maneges in de directe omgeving. Het woon- en leefklimaat van de inwoners grenst in sommige gevallen aan de bedrijvigheid in het buitengebied. Daar bevinden zich bedrijven met beestjes die, net als wij mensen overigens, over een spijsverteringsysteem beschikken dat steevast wordt afgesloten op een manier waarbij luchtjes vrijkomen. Voor alle duidelijkheid: mij maakt het niet uit, maar mensen die beschikken over een normaal reukvermogen waarderen deze boerenodeur doorgaans maar matig. Vandaar dus die visie, dat beleid en die verordening. Zo zijn er afstandseisen afgesproken. Om te zorgen dat de mensen geen last hebben van de beestjes en de beestjes onbekommerd hun behoefte kunnen blijven doen.

En dan opeens ligt er een verzoek om aanpassing van de geurverordening. De vraag of in een specifiek geval de afgesproken en indertijd verstandig bevonden afstanden niet gehalveerd kunnen worden? Honorering van dit verzoek betekent dan eigenlijk dat de wijze mensen van nu zich wijzer achten dan de beleidsmakers van toen. Dat veronderstelt nieuw vergaarde kennis, ervaring en inzichten. Dat blijkt echter niet uit het voornemen van de gemeente om het beleid aan te passen. Zij gaat er vanuit dat ‘aanpassingen waarschijnlijk niet leiden tot een slechter woon-en leefklimaat’ en ‘uitbreidingen vaak zullen plaatsvinden op het achtererf’. Maar dat zijn verwachtingen. Zoals gezegd, ik droom ook graag, maar niet van dromende bestuurders. Als dan ook nog eens blijkt dat het voorgenomen nieuwe beleid uitsluitend op bestaande maneges en extensieve veehouderijen betrekking heeft en dus niet op nieuw te vestigen ondernemingen, dan begint zelfs mijn neus onraad te ruiken. Dat impliceert het meten met twee maten.

Ik steek mijn neus er nog wat dieper in en ontdek dat de gemeente een informatieavond heeft gehouden om belanghebbenden te betrekken bij de voorgenomen besluitvorming. Eventuele bezwaren kunnen dan worden gehoord en mogelijk worden gehonoreerd. En ja, dat die avond precies aan het begin van de zomervakantie was, daar kan de gemeente natuurlijk ook niets aan doen. Twaalf personen hebben die avond bezocht. Geen van hen heeft bezwaar gemaakt. Allen waren veehouders.

Als daar geen luchtje aan zit.

 

Fred van Rijn is vaste columnist namens de lokale partij Zoetermeer Vooruit, opgericht in 2016. Huidige raadsleden zijn Juliette Meurs-Troch en Yvonne Bink-Winterkamp.

20171106 183500

-advertenties-

-goede doel-