Het is een bedrijvige drukte bij het Centraal Bureau van Stichting MOOI Zoetermeer, aan de Willem van Cleeflaan. Hier komen de werknemers uit de verschillende wijken bij elkaar voor lunch, overleg en het flexwerken achter de pc.
Jongerenwerker Suzanne Luyken kijkt niet op of om van de drukte, ze is wel wat gewend op het jongerencentrum vertelt ze. Suzanne werkt nu al 8 jaar als jongerenwerker voor MOOI, eerst in de wijk Noordhove, later ook in andere wijken. Op dit moment werkt ze met jongeren uit Rokkeveen.
“Het is heel lastig om kort te zeggen wat jongerenwerk nou precies is, jongerenwerk is heel breed”, vertelt Suzanne. “Je helpt jongeren die minder kansen krijgen, tegen problemen aanlopen doordat ze verkeerde keuzes maken of bijvoorbeeld met een financiële achterstand starten. Maar daarnaast is er ook vrijetijdsbesteding voor alle jongeren, met een recreatief aanbod proberen om de jongeren aan je te binden, zo preventief mogelijk. Kleine veranderingen kunnen een groot verschil maken, dat is juist de uitdaging!”
In het jongerencentrum komen allerlei jongeren samen van 12 tot ongeveer 23 jaar. Ieder kan zijn eigen ding doen, van een beetje chillen tot een spelletje. In eerste instantie is de begeleiding recreatief: playstation, tafeltennis, spelletjes. Juist dit ongedwongen karakter van binnen kunnen lopen voor een praatje of een potje tafeltennis biedt de jongerenwerkers het aanknopingspunt om door te pakken naar de talenten van de jongeren.
Je moet een beetje gek zijn!
“Het is het gevoel dat jij de jongeren een platform kunt geven waardoor zij het verschil kunnen maken”, vertelt Suzanne. “En je moet een beetje gek zijn!”, lacht ze. Als je de leefwereld van de jongeren kent en daar feeling mee hebt kun je makkelijker contact maken met de jongeren. Vanuit een goed contact kun je vervolgens veel bereiken. “Dat is het leukste van het werk: de groei zien bij de jongeren, dat je echt wat bereikt.”
Suzanne legt uit dat jongeren van 12 tot ongeveer 16 jaar kwetsbaar zijn, ze zijn dan nog heel erg op zoek naar de eigen identiteit en staan open voor beïnvloeding. Als ze dan de verkeerde persoon op het verkeerde moment tegenkomen kan het heel snel afglijden. De jongerenwerker probeert de jongeren dan weer andere opties te geven.
Suzanne was al jong vertrouwd met het begrip jongerenwerker, haar zus zat in het vak en nam haar als achtjarige soms mee naar leuke activiteiten zoals optredens. Later op het mbo vond zij in het jongerenwerk een actief beroep dat bij haar past. Suzanne is geen bureau type, maar wil actief aan de slag en geniet van het contact met jongeren.
Vertrouwen is het sleutelwoord
Suzanne zoekt de verbinding met de jongeren: “Je moet niet te snel willen of te veel vragen, dan ben je de jongere al snel kwijt”. Maar als je eenmaal een vertrouwensband hebt opgebouwd kun je gemakkelijker advies en informatie geven. Eerst draaien ze een keer een bardienst mee, later zijn ze toe aan een andere taak zoals het tellen van de kas. “het mooiste is”, vertelt Suzanne, “als ze een taak krijgen vanuit de relatie die je met ze hebt en ze zich ook verantwoordelijk voelen. Die verantwoordelijkheid kan echt een kick zijn voor een jongere, er is iemand die in hen gelooft!”
“Ik zie nog wel eens jongens binnen lopen die ik een jaar of 7 geleden heb begeleid. Ze zijn eigenlijk al lang geen jongere meer, maar willen nog wel even hun verhaal kwijt aan Suus”, ze zegt het lachend, maar dit is Suzanne ten voeten uit: betrokken en altijd bereid zich in te zetten voor ‘haar’ jongeren.
Een aantal jongeren die zij gesteund heeft en geholpen met problemen helpen haar nu weer als rolmodel. “Een aantal jaar geleden kwam er een meisje binnen lopen met bloed op haar handen, ze had gevochten op straat. Ze wist niet eens dat het een jongerencentrum was, maar wou alleen even haar handen wassen. Dat meisje is nu vrijwilliger bij mij en vertelt de tieners wat ze echt niet kunnen maken. De jongeren luisteren naar haar, ze weet wat ze zegt! Als ik haar niet had kunnen helpen was het zeker heel anders afgelopen met dit meisje, ze doet nu een studie en dat gaat super goed!”
Haantjes in de spiegel
“Overal moeten de jongeren vooral luisteren en zich aan de regels houden, in het jongeren centrum kijken we vooral naar wie ben jij wat wil je?” Suzanne lost moeilijke situatie graag met wat humor op, dat werkt veel beter dan veroordelen. “Een groepje jongens die er wel eens op uit trokken om te knokken - echt haantjesgedrag!- heb ik een documentaire laten zien over hoe dat eraan toe gaat in de dierenwereld. Het is helemaal niet nodig om er vermanend een oordeel aan te hangen, dat snappen ze echt zo ook wel. Ik laat het alleen zien!”
De jongerenwerker laat de jongeren in hun waarde maar probeert wel prikkels te geven om te veranderen. “Je maakt voor hen de vertaalslag naar de maatschappij, zo van ‘doe nou even je capuchon af als je gaat solliciteren dat werkt nou eenmaal makkelijker!’. Als niemand zoiets aan de jongeren vertelt weten ze het toch ook niet? Jongeren weten het soms gewoon niet dat ze fout zitten zoals bij naaktfoto’s van meisjes naar elkaar doorsturen. Ze vinden dat stoer maar beseffen niet dat ze er zwaar door in de problemen kunnen komen.”
Drie stappen terug en 1 vooruit
Moeilijke momenten zijn er natuurlijk ook. Vooral als ze ziet hoe een jongere knokt, maar er niet uit komt. “Instanties zijn niet altijd bereid om achter het bureau vandaan te komen . Wie de tijd neemt om te kijken wat zit er nou achter deze jongere, wat is zijn talent, wat is zijn leefwereld en hoe kan ik aansluiten, komt veel verder.” Sinds ze zelf moeder is, kijkt ze ook anders naar het werk merkt Suzanne. Niet alleen vanuit de gedachte van de jongere, maar ook als ouder. “Als je ziet dat een jongere echt knel zit, vind ik dat wel heel zwaar”.