Gemeenten moeten verantwoordelijkheid nemen op het gebied van klachtenbehandeling en registratie van discriminatie. Dit is vastgeslegd in de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatiezaken (WGA). Zoetermeer heeft deze taken uitbesteed aan het Bureau Discriminatiezaken Midden Holland en Haaglanden (BDZ). Het bureau is daarnaast voor Zoetermeer ook de beleidsuitvoerende instantie ter bevordering van emancipatie van lesbiennes, homoseksuelen, transgenders en biseksuelen (het LHTB-beleid).
Het college van Burgemeester en Wethouders van Den Haag heeft 4 december 2012 aan de Haagse gemeenteraad kenbaar gemaakt de subsidie voor BDZ per 1 januari te beëindigen. Het BDZ is nauwelijks effectief: het bureau brengt te weinig teweeg en er zijn nauwelijks veranderingen waar te nemen. Het BDZ zou ook geen inzicht geven in effecten en rseultaten van de uitgevoerde activiteiten. Ook heeft Bureau Discrimatiezaken Noord Holland Noord de beoogde fusie afgeblazen, omdat er geen vertrouwen was in de werkwijze van BDZ.
Deze verontrustende informatie over Bureau Discriminatiezaken is voor GroenLinks en Zó! Zoetermeer aanleiding tot het stellen van de volgende vragen:
1. Deelt het college het door Den Haag geschetste beeld van BDZ? Zo ja, op welke grond? Zo nee, waarom niet?
2. Hoe heeft het college de begroting en het activiteitenplan 2013 van BDZ beoordeeld? Ziet het college reden om dezelfde stap te nemen als Den Haag?
3. Is Zoetermeer door Den Haag ingelicht over het besluit om per 1 januari 2014 de subsidierelatie te beëindigen? Welke gevolgen brengt dit voor Zoetermeer met zich mee?
4. Kan het college nagaan of er nog meer gemeenten ontevreden zijn over BDZ?
5. Is het mogelijk dat Zoetermeer ook een andere uitvoerder van de WGA-taken kiest? Welke organisaties zijn er naast BDZ 'in de markt' en op welke termijn zou dit geëffectueerd kunnen worden?