Het Integratiedebat op 12 februari, georganiseerd door de drie raadsfracties van GroenLinks, PvdA en de SP werd geopend door burgemeester Charlie Aptroot.
Een enquête onder 145 Zoetermeerders wees uit dat veel mensen de integratie in Zoetermeer goed gelukt vinden: ze hebben vaak contact met mensen uit een andere cultuur en ze ondervinden niet heel veel problemen. Toch is er ook een substantiële groep mensen in Zoetermeer die wel degelijk ziet dat de gemeente nog meer zou kunnen doen om de integratie te bevorderen en problemen aan te pakken. Een van de conclusies van de avond was dat integratie nu nog redelijk goed gaat, maar dat door de bezuinigingen veel subsidies voor projecten in dat kader op de tocht staan. Dat is een aandachtspunt voor de politiek de komende jaren. Desgevraagd antwoordde de Zoetermeerse wethouder Klaasjan de Jong dat hij zeer geïnteresseerd was in de uitkomsten van deze enquête en graag aan de slag wilde met de uitkomsten ervan. Ook erkende hij dat de gemeente altijd meer kan doen, maar dat dit altijd in samenhang moet zijn met mensen in de stad. Ook wethouder Edo Haan benadrukte dit: integratie komt van twee kanten en kan alleen als ook veel mensen in Zoetermeer zich daarvoor inzetten.
Taal en samen
Mirjam van Bijnen (directeur Piëzo) benadrukte het belang van taal en het samen doen met elkaar. Ook zij stelde dat de gemeente altijd meer kan doen, vooral in de faciliterende sfeer. Ook riep zij op om integratie op alle beleidsterreinen mee te nemen en te bekijken hoe Zoetermeerse instellingen een bijdrage zouden kunnen leveren aan de multiculturele samenleving. Hierop vroeg de directeur van het Stadsmuseum, Jouetta van der Ploeg, spontaan hoe het museum een bijdrage zou kunnen leveren hieraan.
Reacties zaal
De mensen in de zaal lieten goed van zich horen. Zo was er een spreker die vond dat de overheid allochtonen meer kansen moet bieden, bijvoorbeeld op werk. Ook riep hij op om naar talent te kijken van mensen en niet naar wat ze niet kunnen. Tenslotte vroeg hij de zaal om niet meer van allochtonen en autochtonen te spreken, omdat die scheidslijn meer kwaad dan goed doet.