De betekenis van de Zoetermeerse straatnamen is vaak zeer uiteenlopend. In Straat in beeld gaan wij op zoek naar de informatie achter het blauwe bordje bij u in de straat. Deze week het Kwikstaartveld in de wijk Seghwaert.
De kwikstaart is een kleine vogel die samen met de vogelsoort de pieper een familie vormen met wel 65 verschillende soorten. De bekendste en in Nederland het meest voorkomend is de witte kwikstaart. De andere soorten die in Europa voorkomen zijn: rouwkwikstaart, grote gele kwikstaart, gele kwikstaart, noordse gele kwikstaart en de citroenkwikstaart.
De witte kwikstaart
De witte kwikstaart is een van de meest algemene broedvogels van Nederland. Vooral op het platteland te vinden. Op erven, maar ook tussen de poten van koeien, paarden en schapen in de hoop insecten of larven te vinden. De witte kwikstaart beweegt voortdurend zijn staart op en neer. Broeden doen ze in schuren, nissen, onder dakpannen, maar ook in slootkanten. Ze zijn meestal te vinden in de van de mens.
Zoals de naam al een beetje verklapt heeft de witte kwikstaart een witte staart, maar de rest van het verendek is zwart-wit. Zo zijn de vleugels zwart-wit gestreept, de kop voornamelijk wit die overloopt in een zwarte keel. Dit uitgebreide patroon zie je voornamelijk bij de mannen, de vrouwtjes zijn rustiger en minder uitbundig getekend.
De kleine kwikstaart vindt je voornamelijk in een open landschap zoals, graslanden, platteland, parken en tuinen maar, ook op golfbanen en in de stad. Zolang er in de directe omgeving insecten te vinden zijn is de kwikstaart tevreden. Als het broedseizoen nadert, zoekt de vogel wat meer rust op. Vanaf de maand juli ziet men dat de kwikstaarten elkaar opzoeken waarbij ze samen zoeken naar een plek met veel voedsel. Daar slapen ze dan in groepsverband van wel honderden vogels samen.
Het broeden
Het broedseizoen van de witte kwikstaart loopt van april tot augustus. De vogels leggen gemiddeld 2 nesten met 4 tot 6 eieren per jaar. Het daadwerkelijke broeden duurt slechts 12 tot 14 dagen. De jongen zitten maar kort in het nest. Na 13 tot 14 dagen verlaten ze het nest. Na het uitvliegen worden ze nog enkele dagen gevoerd door de ouders. De vogels zoeken hun voedsel meestal lopend op de grond. Dat is dan ook de plek waar de insecten die ze graag eten zich bevinden. Ze eten voornamelijk muggen, vliegen, vlinders en larven. Je kunt ze vaak ook spotten achter een tractor of maaier op het land als er geoogst wordt en de insecten naar boven komen.
Vogeltrek
Nederlandse witte kwikstaarten trekken van half september tot eind november in zuidwestelijke richting via het Iberisch schiereiland naar Marokko. Vogels op doortrek zijn te zien in het hele land vanaf eind februari tot eind april, en in het najaar van half september tot half november. In maart keren de witte kwikstaarten massaal terug.
Andere varianten
Het verschil tussen de witte kwikstaart en de rouwkwikstaart is erg klein. Ze zien eruit als de witte kwikstaart, maar hebben een zwarte rug in het voorjaar en de zomer. Door de aanwezigheid van het vele zwart zou je kunnen vermoeden dat de naam rouw daarnaar te herleiden is.
De gele kwikstaart is net iets kleiner dan de witte variant. Je vindt deze zangvogel ook minder vaak in de buurt van mensen. Hij is veel voorzichtiger en minder goed te benaderen. De gele kwikstaart is vaak te zien in de buurt van vee waar hij na een actieve insectenzoektocht vaak uitrust op een weidepaaltje.
De noordse gele kwikstaart wordt even groot als de gewone gele kwikstaart met een groenig bruine rug en heldergele buik, die bij het vrouwtje iets lichter is. Het verschil met de gewone gele kwikstaart zit in de koptekening van het mannetje. Bij de noordse gele kwikstaart ontbreekt de oogstreep. Deze soort komt voor van het midden van Scandinavië tot in Siberië. Nederland doen ze aan op doortrek.
De laatste variant van deze vogel is de citroen kwikstaart, die nauw is verwant aan de gele kwikstaart waarbij het verschil zit in de staart die langer is. Verder is kenmerkend de dubbele vleugelstreep. Ze leven het liefst in moerassige gebied met verwilderd grasland, maar hij komt ook voor op de toendra. Ze broeden meestal in natter terrein. In West-Europa is de soort een vrij zeldzame gast. In Nederland zijn slechts 37 bevestigde waarnemingen tussen 1984 en 2013.
Je vindt een prachtig natuur verhaal over de kwikstaart en de ‘herkomst van de naam’ op: https://natuurverhalen.nl/2006/01/04/waarom-de-kwikstaart-zo-angstig-is/
Bron:
www.wikipedia.com
www.natuurverhalen.nl
www.vogelbescherming.nl
www.tuinadvies.nl
Tekst: Monica Lausberg
Foto: John Slotboom
Zie voor een overzicht van alle straten: Straat in beeld