De betekenis van de Zoetermeerse straatnamen is vaak heel bijzonder. In de rubriek ‘Straat in beeld’ gaan wij op zoek naar de informatie achter het blauwe bordje bij u in de straat. Deze week de Boris Pasternaklaan in Rokkeveen.
Boris Leonidovitsj Pasternak was een Russisch dichter, schrijver en componist die in 1958 de Nobelprijs voor Literatuur kreeg toegekend. Hij werd geboren in Moskou op 10 februari 1890 als zoon van een vader die portretschilder en docent op de Kunstacademie te Moskou was en een moeder die pianiste was. Hij groeide daardoor op in een gegoed milieu, waar bekende personen als de componist Rachmaninov en de schrijver Tolstoj regelmatig over de vloer kwamen.
Hij begon reeds op dertienjarige leeftijd aan een muziekstudie, hiervan zijn onder andere een pianosonate en pianopreludes bekend. Na zijn eindexamen ging hij aan de universiteit rechten studeren, maar hij voltooide tegelijkertijd zijn studie compositie aan het Conservatorium van Moskou. In 1909 nam hij het besluit om met de muziek op te houden en filosofie te gaan studeren, maar hij stapte vervolgens al snel wéér over, ditmaal naar het schrijven. In 1914 maakte hij zijn debuut met een kleine gedichtenbundel ‘Tweeling in de wolken’. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij in een chemische fabriek, welke ervaring hij later deels verwerkte in zijn bekendste roman, ‘Dokter Zjivago’.
In 1922 publiceerde Pasternak de gedichtenbundel ‘Mijn zuster het leven’ en daarna volgden bundels en prozawerken elkaar in een rap tempo op. Deze werken vestigden de reputatie van Pasternak als één van de grootste schrijvers van de Russische literatuur.
Pasternak geeft in zijn werk een intens meebeleven met het gevoel van het onderwerp weer. Het gaat boven alles om emoties en gevoelens. Daarnaast kenmerken zijn gedichten zich door een hoge muzikaliteit, ongetwijfeld ingegeven door zijn muziekstudie. Zeker in zijn beginperiode zijn de gedichten daardoor niet heel erg toegankelijk.
Dokter Zjivago
Internationale bekendheid verwierf Pasternak met zijn roman ‘Dokter Zjivago’. Hierin beschrijft hij de lotgevallen van een jonge arts en zijn geliefde Lara gedurende de periode van de Eerste Wereldoorlog, de Russische Revolutie en de Russische Burgeroorlog. De personage Lara was gebaseerd op zijn minnares Olga Invinskaya, die hij in 1946 had leren kennen en die tot aan zijn dood zijn minnares zou blijven. Net als Pasternak was zij schrijver en dichter.
Olga Invinskaya betaalde een hoge prijs voor Pasternaks controversiële roman. Toen de KGB lucht kreeg van het manuscript waaraan Pasternak werkte werd zíj gearresteerd, niet hij. Tijdens de ondervragingen liet Olga alleen los dat de roman zich afspeelde tussen de revoluties van 1905 en 1917, de autoriteiten hadden dus niets te vrezen. Maar op 5 juli 1950 veroordeelde een tribunaal haar tot vijf jaar dwangarbeid in een werkkamp bij Potma, 500 kilometer van Moskou vandaan, 'vanwege nauwe contacten met personen verdacht van spionage'. Pasternak werd verteerd door schuldgevoelens en ontfermde zich daarom financieel over haar moeder, dochter en zoontje. Hij weigerde zijn huwelijk echter op te geven voor zijn twintig jaar jongere minnares.
Pasternak voltooide zijn roman in 1955, maar door de Russische autoriteiten werd de publicatie ervan verboden, zodat het werk pas in 1957 voor het eerst gepubliceerd werd, niet in de Sovjet-Unie maar in Milaan.
Nobelprijs
In 1958 werd aan Pasternak de Nobelprijs voor Literatuur toegekend voor het schrijven van ‘Dokter Zjivago’, maar de Sovjetregering verbood hem de prijs te accepteren. Het boek werd door de autoriteiten gezien als een politieke aanklacht tegen de Sovjet-Unie. Geïntimideerd door een hetze vanuit de Schrijversbond zag Pasternak uiteindelijk ‘vrijwillig’ van de prijs af. Nadat de prijs aan hem was toegekend stuurde hij aanvankelijk nog een telegram naar de Zweedse Academie waarin hij verklaarde ‘immens trots, dankbaar, geraakt, verbaasd en verlegen’ door de erkenning te zijn.
Daarna stuurde hij echter opnieuw een telegram naar de Academie, waarin hij verklaarde de ‘onverdiende’ prijs bij nader inzien te weigeren, 'de betekenis in aanmerking nemend die eraan gegeven werd in de maatschappij'.
In 1958 publiceerde Pasternak nog zijn ‘Autobiografisch essay’. Verslagen door de lastercampagne stierf hij op 30 mei 1960 aan longkanker in zijn woonhuis in Peredelkino, juist op het moment dat men in de Sovjet-Unie op het punt stond hem zijn staatsburgerschap te ontnemen en hem naar het buitenland te verbannen.
In 1987 kreeg Pasternak uiteindelijk postuum volledig eerherstel in zijn eigen land, onder het glasnost en perestrojka-beleid van Michail Gorbatsjov, destijds secretaris-generaal van de CPSU, de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. Pasternaks enige zoon Jevgeni nam daarop in 1989 namens zijn vader alsnog de Nobelprijs voor ‘Dokter Zhivago’ in ontvangst.
Foto boven: Boris Pasternak.
Foto onder: het huis van Pasternak in Peredelkino.
Straatnaambord: google Maps
Tekst: Vera Voogt
Foto's straat: Jeroen Stahlecker
Zie voor een overzicht van alle straten: Straat in beeld