In 'Groen gedacht' deze week: een landschapsarchitect stelt zich voor. “Een landschapsarchitect? In Zoetermeer?” Hoe vaak heb ik die opmerking al niet gehoord? Zoetermeer blijft in de beleving van niet-Zoetermeerders toch een betonnen slaapstad, waar de wijken nummers hebben. Niets is minder waar, aldus Arnout Kruijshaar.
Arnout Kruijshaar: 11 jaar werk ik nu in Zoetermeer en nog elke ochtend word ik blij als ik langs de Zoetermeerse plas en de Leidse Wallenwetering fiets. Of door het Westerpark, het Buytenpark, De Balij, of het Bentwoud. Zoetermeer heeft zoveel groen te bieden, in en om de stad. Vakantieverhuursite Holidu heeft afgelopen week Zoetermeer in de top vier van Nederlandse groene steden gezet. Met onder meer de grote parken Westerpark en Buytenpark telt de stad veel vierkante meters park per inwoner, becijferde het vakantiebedrijf. Zoetermeer is bijzonder, door het vele groen, alle mogelijkheden voor recreatie en (buiten)sport en de hoge natuurwaarden. Niet voor niets won Zoetermeer vorig jaar als eerste gemeente in Nederland de prijs voor “meest bij-vriendelijke gemeente”.
 |
foto links: Combinatie van bebouwing, plein en groen (Kopenhagen) |
foto rechts: Groen om tot rust te komen |
 |
In elke enquête en elk gesprek blijkt hoeveel Zoetermeerders dat groen waarderen. En ook dat ze zich zorgen maken, of dat groen wel kan blijven als er 10.000 woningen bij komen. Dat is precies de uitdaging in mijn werk. Met 10.000 nieuwe woningen gaat de stad veranderen, en het groen dus ook. Maar met nieuwe, creatieve oplossingen ben ik ervan overtuigd dat we de groene kwaliteit van Zoetermeer kunnen versterken. Werken aan een 'aantrekkelijke, actieve, natuurrijke en klimaatbestendige groenblauwe dooradering' noemen we dat dan in beleidstermen. Oftewel groen in de buurt waar je in kan spelen, fietsen, wandelen, van kan genieten, waar je mensen kan ontmoeten, dat heftige buien en droogte aan kan, dat zorgt voor verkoeling, en voor een fijne woonomgeving. Waar bijzondere en alledaagse planten en dieren te zien en te horen zijn. Want zonder het geluid van vogels en de geur van bloemen is het toch veel minder prettig in de tuin, in het park en op straat.
 |
foto links: Ontmoetingsplek in het groen |
foto rechts: Collectieve, openbaar toegankelijke binnentuin in Kopenhagen |
 |
Natuurlijk zijn er ook zorgen. Op veel plekken in de stad raakt het groen sleets. 40 jaar na aanleg gaan de snelgroeiende bomen als wilg en populier dood, of worden gevaarlijk doordat er takken uit vallen. “Einde levensduur” noemen we dat dan. En ziektes eisen hun tol, vooral bij iepen, essen en kastanjes. Veranderd gebruik, toenemend autobezit en grootschaliger beheer zijn ook van invloed op de kwaliteit van het openbaar groen. Het is dus zoeken hoe we deze veranderingen kunnen gebruiken om uiteindelijk de kwaliteit van het openbaar groen te verhogen.
Maar het houdt niet op bij het openbaar groen, we hebben iedereen nodig. Want bij elkaar zijn de tuinen in Zoetermeer even groot als het openbaar groen. Dus: hoe klein je tuin ook is, er is altijd plek voor een boom(pje) of struik, een nestkast of bijenhotel, en een regenton. Zo houden we Zoetermeer groen, gezond en aantrekkelijk!
'Groen gedacht' wordt afwisselend geschreven door meerdere mensen met liefde voor de groene stad, deze week door Arnout Kruijshaar, landschapsarchitect gemeente Zoetermeer.
Reacties en suggesties graag richten aan
