Vorige week stuurde minister Asscher een brief naar de tweede kamer waarin hij waarschuwde voor verdere radicalisering van moslimjongeren. Zoetermeer werd door de minister afgeschilderd als een gemeente die weinig doet aan de problemen. Een stelling waar burgemeester Aptroot het in het geheel niet mee eens is. “Er is wel degelijk overleg en gemeente en moslimgemeenschap steunen elkaar waar mogelijk”, aldus de burgemeester. Hij haalt aan dat Zoetermeer al een aantal goede stappen heeft gezet om samen met de moslimgemeenschap radicalisering tegen te gaan.
“In de regio Haaglanden is sprake van uitreizigers. Dat wil zeggen dat een aantal personen naar Syrie is gereisd of reist. Ook vanuit Zoetermeer zijn een aantal jongeren vertrokken. Wij maken ons hier zorgen over omdat zij bij terugkomst een risico kunnen vormen voor de openbare orde en veiligheid. De uitreizigers sluiten namelijk aan bij de extremisten aldaar en niet bij de door het westen gesteunde oppositie. Het kan zijn dat zij door wat zij gedaan of gezien hebben verder radicaliseren.”, stelt burgemeester Aptroot. “Wij willen geen radicalen in de stad, of dit nu moslims, rechtse of linkse radicalen zijn! Daarom is de gemeente al langere tijd bezig dit fenomeen op meerdere fronten aan te pakken”.
Islamitische jongeren wonen bijvoorbeeld bijeenkomsten bij onder begeleiding van jongerenwerkers en een Nederlands sprekende imam. Want ook de moslimgemeenschap zelf maakt zich zorgen over de ontwikkeling en zet zich in om de jongeren op een goede manier te begeleiden. “Veel van deze jongeren zijn op zoek naar hun identiteit, hebben het gevoel tussen twee werelden in te zitten”, aldus Aptroot, “we proberen ze een alternatief geluid te laten horen”.
Het is voor de gemeente Zoetermeer en andere gemeenten een relatief nieuw probleem. Om deze reden is kennisuitwisseling op diverse niveaus van groot belang. In dit kader is er structureel overleg tussen alle betrokkenen: gemeente, politie, landelijke overheid en de Islamitische gemeenschap van Zoetermeer.
Preventieve aanpak
Het jongerenwerk vervult in opdracht van de gemeente een belangrijke rol in preventie. In een project worden jongeren die vatbaar (kunnen) zijn voor Islamitische radicalisering betrokken in groepsbijeenkomsten, persoonlijke ontwikkelingsplannen en het werken met rolmodellen. Tientallen jongeren bezoeken inmiddels deze bijeenkomsten.
