Acht organisaties, waaronder wethouder Groeneveld van Zoetermeer, hebben op 24 juni hun handtekening gezet om Groene Cirkel Bijenlandschap op de internationale lijst te krijgen van Verified Conservation Areas (VCA’s).
Een VCA is een gebied waarin gestreefd wordt naar betere biodiversiteit en ecologische kwaliteit. Dit kan elk gebied zijn: een privéterrein, een bedrijventerrein, landbouwareaal of een nationaal park. De ondertekenaars spraken de gezamenlijke ambitie uit om het gebied in de wijde omtrek van Leiden te registreren en beheren als een VCA.
Gezamenlijke inspanning
De ondertekening vond plaats tijdens een online bijeenkomst van Groene Cirkel Bijenlandschap voor alle partners en andere geïnteresseerden. Er waren ruim 100 deelnemers. De ondertekenaars waren de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Zoeterwoude, Alphen a/d Rijn, Zoetermeer, coöperatie De Groene Klaver, Staatsbosbeheer en de provincie Zuid-Holland. Zij spannen zich gezamenlijk langjarig in om een samenhangend, kwalitatief goed en duurzaam bijenlandschap te ontwikkelen en te beheren.
Gedeputeerde Berend Potjer van de provincie Zuid-Holland benadrukt het belang van het bijenlandschap: “De bij geeft vleugels aan de biodiversiteit. Door meer en diverse bloeiende planten voor de bijen vinden meer insecten voedsel. Deze insecten zijn op hun beurt weer voeding voor de vogels en andere kleine dieren, die hierdoor ook weer beter kunnen overleven. Daarnaast: De provincie wil maatschappelijke problemen als klimaatadaptatie, bodemdaling en stikstofproblematiek, integraal bekijken en ziet het Bijenlandschap als een hele mooie manier om dat te doen.
Waardevol gebied
Het VCA-gebied wordt elke drie jaar gemonitord. Er wordt gekeken naar soortenrijkdom, positieve trend per bijensoort en de terugkeer van een aantal karakteristieke bijensoorten. In 2015 is een nulmeting gedaan en in 2018 is de monitoring herhaald. Het aantal soorten bijen bleek in drie jaar tijd al met 34% te zijn toegenomen (van 68 naar 91 soorten).
Ook de samenhang van het netwerk van bloemrijke gebieden wordt elke drie jaar gemonitord. Het netwerk wordt opgebouwd uit ‘Bed&Breakfast-gebieden (B&B)’ voor bijen, verbindend landschap (incl. stapstenen) en ‘bijtankstations’. De B&B’s zijn relatief grote gebieden waar bijen zowel kunnen nestelen als voedsel kunnen vinden. Het verbindend landschap zorgt ervoor dat de bijen van het ene B&B naar het andere kunnen vliegen. Bijtankstations zijn kleine, bijenvriendelijke plekken als aanvulling op het netwerk. Uit de monitoring blijkt waar het netwerk nog versterking kan gebruiken. Dit geeft richting aan het ontwikkelen van nieuwe initiatieven.