De opstapeling van verschillende woningopgaves vanuit het Rijk wordt te veel, zo luidt wethouder Robin Paalvast de noodklok. In een brief aan minister Ollongren en staatssecretaris Broekers-Knol wordt uiteen gezet waarom de huisvesting van vluchtelingen, maar ook andere ‘spoedzoekers’ in gevaar komt.
Wethouder Paalvast: “De wachttijden voor het vinden van een woning lopen op en we zien ook dat de doorstroming stokt. Er moeten snel meer woningen beschikbaar komen om draagvlak in de samenleving houden voor de opvang van asielzoekers.”
Gemeenten moeten van het Rijk zorgen voor voldoende huisvesting voor dak- en thuislozen, arbeidsmigranten en mensen die uitstromen uit zorginstellingen. Daarbovenop komt nog de opgave om vergunninghouders onderdak te bieden. De problemen worden steeds groter omdat de opgave voor vergunninghouders meer dan verdubbeld is. In 2020 is voor 85 statushouders onderdak gezocht, in de eerste helft van 2021 zijn dit er al 96.
Gemeenten zoals Zoetermeer hebben het extra zwaar, aldus Paalvast, omdat hier binnenstedelijk gebouwd moet worden. “Het is altijd goedkoper om op braakliggend terrein te bouwen dan midden in een stad.” Wethouder Paalvast vraagt de minister, samen met andere wethouders Wonen uit de regio, om bij de verdeling van de taakstelling van vergunninghouders over de gemeenten rekening te houden met de druk op de woningmarkt. Ook zal de investeringscapaciteit van de corporaties in de steden moeten verbeteren.
Een andere mogelijkheid om snel nieuwe huizen te realiseren zou zijn om vastgoed van het Rijk om te bouwen tot woningen, aldus Paalvast. “We moeten kijken naar flexwoningen, die snel beschikbaar kunnen komen.”
Mensen echt verder helpen
Wethouder Ingeborg ter Laak maakt zich ook zorgen over de woningnood. “We moeten mensen echt verder helpen en een woning is dan de eerste stap. In een asielzoekerscentrum kun je alleen maar wachten, daar kun je geen zelfstandig bestaan opbouwen. Hetzelfde geldt voor mensen in een instelling, met bijv ggz problematiek. Als deze mensen eraan toe zijn om zelfstandig te gaan wonen na een opname moet daar wel een woning voor beschikbaar zijn. Nu zien we dat mensen niet uit een instelling kunnen omdat er geen woning is en dan ook een plaats bezet houden voor anderen die eigenlijk opgenomen moeten worden. De ruimte op de woningmarkt is hard nodig om zorg goed te kunnen verlenen.”
Foto: wethouder Paalvast