turfstekenDe geschiedenis van Zoetermeer gaat duizend jaar terug in de tijd. In een reeks verhalen nemen wij u mee op reis door deze duizend jaar geschiedenis. Beginnende bij het ontstaan van het Zoetermeerse Meer en eindigend bij de bouw van Oosterheem. Deze keer: inklinken en turfsteken.

Duizend jaar geleden werden de eerste stukken land ontgonnen. Daarbij werden er sloten gegraven voor de afwatering. Hierdoor werd steeds meer water onttrokken aan de veenbodem. De bodem begon te krimpen en te dalen. Dat wordt ook wel inklinken genoemd. Deze daling werd versneld omdat de plantenresten, die eerst nog onder water stonden, aan zuurstof werden blootgesteld. Hierdoor konden bacteriën de plantenresten gaan afbreken. Dat proces werd versterkt door het omploegen van de bodem door de boeren.

In 1200 was de bodem zo ver gedaald het water niet meer via de inmiddels hoger gelegen natuurlijke rivieren kon worden afgevoerd. Er werden vervolgens kleine (spui)sluizen en dammen aangelegd om het water toch te kunnen afvoeren. Tegelijkertijd bleef de bodem verder dalen en gingen de boeren op zoek naar nieuwe plekken in het veengebied om te ontginnen. Ook die nieuwe stukken land klonken in. Uiteindelijk werd er aan het einde van de dertiende eeuw overgegaan op de import van graan uit omliggende gebieden zoals die van het huidige Gouda. Daarvoor werden de waterwegen verbeterd en de van oorsprong veenstroom De Gouwe gekanaliseerd.


Verhuizing van de bebouwing

Het alsmaar verder inklinken van de bodem veroorzaakte niet alleen problemen voor de boeren maar ook voor de bebouwing binnen de ambachten. Ze kregen steeds meer last van het grondwaterniveau dat hoger kwam te liggen. Daarom werd de bebouwing verplaatst. Aan de Zoetermeerse kant verschoof het in zuidelijke richting en kwam het te liggen op de plek van de Dorpsstraat ten westen van de wallenwetering. Aan de Zegwaartse kant werd een van de kavels die tussen de wallenwetering en de Zegwaartseweg lag opgeofferd. En op de plek bij de wallenwetering waar de twee nieuwe dorpskernen op elkaar aansloten lag in 1296 over de wetering een brug.

In de veertiende eeuw daalde ook in Zoetermeer en Zegwaart het inwoneraantal als gevolg van de Zwarte Dood die toen door Europa waarde. Bovendien was er behoefte naar een nieuw soort brandstof om op te koken en te verwarmen. De oorspronkelijke bossen waren immers allemaal al gekapt. Dit alles zorgde voor de opkomst van het turfsteken. Tot dan toe hadden de boeren alleen turf gestoken voor eigen gebruik. Maar vanaf de veertiende eeuw ontstond er ook een grote vraag vanuit de omliggende steden. Daar was het nodig voor bijvoorbeeld de opkomende lakennijverheid en de bierbrouwerijen. Door het turfsteken veranderde het land rond de dorpskernen uiteindelijk in 1570 in een waterland vol plassen.

Als u meer wilt weten over dit verhaal, kijk dan ook op sachavanvlaardingen.wordpress.com.

Tekst: Sacha van Vlaardingen
Foto: Stadsarchief Gemeente Zoetermeer; fotograaf: Visscher, C.J.

-advertenties-

-goede doel-