Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: De drie offers van Paul Germain (Haïti) in KSH 1975
In 1960 kwam er voor het eerst een dammer uit Haïti naar Nederland om mee te doen aan het toernooi om de wereldtitel in Amsterdam en ook in andere plaatsen. Dat was Raymond Saint-Fort. Eigenlijk had hij zich al afgemeld bij gebrek aan medewerking (geld) van zijn dambond, maar met enige vertraging kwam het toch nog goed en vanaf de derde ronde kon hij meedoen en kon hij ook de eerste twee ronden nog inhalen. Wereldkampioen in 1960 werd Tsjecholev, en Saint-Fort wist toen beslag te leggen op een eervolle vijfde plaats, daarbij alle Nederlandse dammers achter zich houdend. In 1960 was de tijd van Piet Roozenburg voorbij; de tijd van Ton Sijbrands moest nog komen en in de tussentijd had Nederland geen wereldtoppers. Vervolgens kwam er in 1965 opnieuw een dammer uit Haïti: Paul Germain. Paul bleek een prima opvolger van Raymond Saint-Fort, want in allerlei zomertoernooien viel Paul steeds op vanwege zijn spectaculaire zetjes tegen de “subtop”. Meestal speelde hij hooguit remises tegen de echte toppers. Hij slaagde erin om als dammende semi-prof in Nederland te blijven, en speelde in de jaren zeventig in het gerenommeerde Roxy-Dual Groningen dat in 1976 landskampioen werd met onder meer Jannes van der Wal, Hans Jansen en Paul Germain. Zijn meest aansprekende succes behaalde Paul in 1975 in Hoogezand-Sappemeer: een plus 1 score (+4=4-3) in het achtste KSH-grootmeestertoernooi. Een tactische wending met een offer beginnen, dat komt natuurlijk wel vaker voor, maar Paul bestond het om in drie van de elf partijen zo’n offer te doen, 1x om de remise veilig te stellen en 2x werd het winst (zie flitsen 2 en 3 hierna). Zijn andere twee winstpartijen boekte hij met het “gewone” tactische geweld, en hoe formidabel je daarbij soms een dam kan gebruiken, blijkt uit de eerste flits.
| Na 19-24 | na 43-38? | na 15x24 |
 |
 |
 |
Een dambord bevat 50 velden, en is meestal niet zichtbaar genummerd. De nummers zijn van belang voor de notatie van een partij of ook van een stand. De nummering gaat van veld 1 linksboven, van links naar rechts naar 50 rechtsonder. Een streep in de notatie is een zet, een kruis een slag. "Dampuzzels" is bedoeld voor het breedst mogelijke gezelschap van puzzelaars. Wazew: wit aan zet en wint. +: wit wint nu of later.
Paul Germain – Joseph Guichet 2-0. KSH 1975. Na 19-24, dat de weg helemaal vrijmaakt voor damvangst, ziet Paul niettemin de volgende spectaculaire winst: 34-29!! 24x42; 37x48 26x28; 45-40 35x44; 27-22 18x27 en 4x12 (dam gaat over 5 schijven).
Franklin Waldring – Paul Germain 0-2. KSH 1975. Een 2 om 2 afruil, een offer en een stille zet: 17-22!!; 28x17 11x31; 36x27 16-21 (offer!); 27x16 18-22 (stille zet!); 40-35 of? 23-29; 34x23 19 x37, +z. In plaats van 43-38, was 40-35 de aangewezen zet geweest!
Paul Germain – Jan de Ruiter 2-0. KSH 1975. Het offer is hier het begin van een forcing: 35-30!!! (offer) 24x35; 32-28 en nu dreigt een damzet (27-21/28x8/38-32/33x4) die Jan voorkwam door terug te offeren met 18-23 27x29 maar dat was per saldo een schijf winst voor Paul en even later was het 2-0.
Bram Doeves, (
U vindt alle denksportrubrieken hier terug: Denksport
