Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: Tienduizend: magische grens
Het KNDB-Bondsblad “Het Damspel” van maart 1977 begint met de kop: tienduizend: magische grens. Het aantal dammers dat aangesloten is bij de centrale koepel KNDB, is nooit hoger geweest dan 10.000. In 1977 was er nog hoop dat deze grens overschreden zou worden, maar uiteindelijk is het tegenovergestelde gebeurd, en is het ledental intussen afgezakt naar 4000. Volgens de KNDB van 1977 was de opvang van nieuwe leden heel erg lastig “natuurlijk is het ontmoedigend als men de nieuwelingen na verloop van enige tijd niet meer terugziet, om welke reden dan ook”. In die tijd was er evenwel nog een lichte maar teleurstellende groei van nog geen 2%, want de groei van de overige sportbonden die aangesloten waren bij de NSF bedroeg 15% (plus 420.000 leden). De Bridgebond groeide toen met 18% (!) en de Schaakbond altijd nog met 6%. Het totale aantal KNDB-dammers bedroeg toen 8801. Dit betrekkelijk geringe aantal leden ging dan ook vergezeld van een financiële klaagzang. De financiële armslag was beperkt en door gebrek aan geld kwamen sommige activiteiten maar moeizaam van de grond, zoals het organiseren van jeugdwedstrijden, het geven van kader- en opleidingscursussen in clubverband. En helaas nam nog geen 10% van de 380 damclubs deel aan Lotto en Toto, want dat was een mooie bron van extra inkomsten geweest, en het Bondsbureau van de KNDB zou al die nog in te schakelen clubs graag op weg helpen. Maar goed, toen was er nog enige groei, en dat kwam ongetwijfeld ook, omdat toen Harm Wiersma wereldkampioen was, en Harm werd in 1977 ook weer Nederlands kampioen in het “Mondilederdamtoernooi” met een straatlengte voorsprong op de rest van het veld. Eindstand eerste vijf NK 1976. 1. Harm Wiersma 18/11; 2. Hans Jansen 15; 3-5. Rob Clerc, Frank Drost en Frans Hermelink met 13. Hierna 3 flitsen uit het NK 1977.
Na 23-29 | Na 29-23 of? | Nu 36-31? |
Een dambord bevat 50 velden, en is meestal niet zichtbaar genummerd. De nummers zijn van belang voor de notatie van een partij of ook van een stand. De nummering gaat van veld 1 linksboven, van links naar rechts naar 50 rechtsonder. Een streep in de notatie is een zet, een kruis een slag. "Dampuzzels" is bedoeld voor het breedst mogelijke gezelschap van puzzelaars. Wazew: wit aan zet en wint. +: wit wint nu of later.
John v.d. Borst – Rob Cerc 2-0. NK 1977. Wit wint verrassend door: 38-33!! 29x38; 32x43 21x23; 25-20 17x28; 20x7 11x2; 37-31 26x37; 41x14, +.
Frank Drost – Harm Wiersma 0-2. NK 1977. Ook positioneel stond Drost al slecht, maar na 29-23 wint Wiersma door 2 schijven te winnen: 36-41!; 37x46 22-28; 33x22 21-27; 22x31 26x10, +z.
Ad van Tilborg – Rob Clerc 0-2. NK 1977. Na 36-31 haalt Rob Clerc een prachtige en winnende dam uit de stand: 24-30!!; 25x23 17-21 (beter dan 12-18); 26x6 12-18; 23x12 en 7x47, +z.
Bram Doeves, (
U vindt alle denksportrubrieken hier terug: Denksport