Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: Sijbrands uit de Volkskrant? De damrubriek, deel 1.
Sijbrands uit de Volkskrant, dat nooit!!
Het is al meer gebeurd, en elke keer dat de Volkskrant de damrubriek van Ton Sijbrands wil schrappen dan komt er een indrukwekkende storm van protesten uit de damwereld, ook al is dat slechts een handjevol Nederlanders. Dat heeft altijd goed geholpen, maar dit keer lijkt de Volkskrant onvermurwbaar.
Sijbrands uit de Volkskrant, eindelijk…
Als we nu even de emoties opzij zetten, wat kan je dan allemaal bedenken over krantenrubrieken? De jaren 60 zijn een omslagpunt in de rubrieken. In het begin van de jaren zestig zagen ze er nog ongeveer net zo uit als in de jaren dertig, maar toch niet helemaal. In en vlak na de oorlog was er een enorme krantenpapierschaarste en bijgevolg waren de damrubrieken een stuk kleiner geworden, en dat had ook verschralende gevolgen voor de inhoud (bijvoorbeeld meer complexe damproblematiek ten koste van partijproblematiek en partijspel). Voor Wieger Hoekstra (o.m. Nieuwe Leidsche Courant) waren het in feite de puzzelaars die de doelgroep van zijn damrubrieken vormden. Hij ontving tot zijn grote schrik eens meer dan 1000 “poststukken” tegelijk, met oplossingen als reactie op een aantal prijsvraagstukken. Damproblematiek zowel als partijproblematiek en eindspelletjes om op te puzzelen, dat was tot in het begin van de jaren 60 heel gebruikelijk, en tot en met de jaren 60 was er instroom van “volwassen” puzzelaars naar de damclubs (zoals ikzelf, dankzij de rubriek van Jaap Bus in De Typhoon, het dagblad voor de Zaanstreek). En volgens het CBS puzzelt 25% van de bevolking. Helaas is deze gigantische doelgroep niet in ere gehouden. In de jaren zestig was er de omslag van puzzelrubrieken naar analyserubrieken, met als uiteindelijke doelgroep de clubdammers: 0,0x% van de bevolking. En zo bezien is het een regelrecht wonder dat er 50 jaar na de jaren 60 nog steeds een analyserubriek bestaat, maar ja, die is dan ook van de enige echte dammer in deze wereld, van Ton Sijbrands. En dat is een mooie aanleiding om weer eens drie flitsen van fraaie winsten van Ton als jeugddammer te tonen. In de volgende rubriek komt er nog een korte case-study over de ontwikkeling van de damrubrieken in de jaren zestig in de Leidse Courant (LC).
Bridgebestuurder-bridgejournalist-bridgerubriekschrijver André Boekhorst over analyses in kranten
Hebben dammers of liever nog dambestuurders ooit een goed doordacht plan gehad met kranteninfo? Wijlen André Boekhorst in ieder geval wel, hij zat ruim 30 jaar in het bestuur van de NBB (Bridgebond), waarvan enkele jaren ook als voorzitter. Hij bezat wèl de bijzondere eigenschap om na te denken en te schrijven over van alles en nog wat inzake bridge, hij werd wel de Simon Carmiggelt van het bridge genoemd. Hij heeft gewaarschuwd voor bridge-analyses in kranten. Voor bridge-analyses is een apart blad (IMP Bridge Magazine “voor gevorderden”) gekomen. In zijn eigen Volkskrantrubriek gaf hij het goede voorbeeld: geen analyses, maar gezellige verhalen en simpel toegelichte spellen. In de periode-Boekhorst bevorderde hij op verschillende wijzen een super-groei vanuit het niets van het aantal NBB-bridgers tot ruim 100.000 (nu 25 jaar later zijn er 116.000 NBB-bridgers). Dat is ongeveer 0,6% van de bevolking, en nergens ter wereld is het veel hoger dan 0,1% van de bevolking. Maar bridgers zijn moeilijker te tellen dan dammers of schakers. Overal zijn er nog steeds “thuisclubjes”. En in Zoetermeer zijn er ongeveer 1600 bridgers lid van ca 20 clubs, waarvan slechts negen zijn aangesloten bij de NBB. Het werkelijk aantal clubbridgers is overal in de wereld beduidend hoger dan uit de “officiële” bondstellingen blijkt.
Na 50-33 | na 38-32 |
na 26-31 |
Een dambord bevat 50 velden, en is meestal niet zichtbaar genummerd. De nummers zijn van belang voor de notatie van een partij of ook van een stand. De nummering gaat van veld 1 linksboven, van links naar rechts naar 50 rechtsonder. Een streep in de notatie is een zet, een kruis een slag. "Dampuzzels" is bedoeld voor het breedst mogelijke gezelschap van puzzelaars. Wazew: wit aan zet en wint. +: wit wint nu of later.
Ton Sijbrands – Lex den Doop 2-0, K. van Amsterdam 1964. Met dammen erbij lijkt alles wel exponentieel moeilijker te worden: 8-2 33x36; 2-13 36x9; 4x27 49x21; 37-31 26x37; 3x48 en 2-0.
Fred Ong – Ton Sijbrands 0-2, Jeugdkampioenschap 1964. 18-23; 29x20 15x33; 32x23 33-39 en 0-2.
Ton Sijbrands – Bart van Aalten, Ereklasse 1965. Ook in onalledaagse standen was het toch niet zo verstandig te denken dat Ton ook niet alles zou zien: 38-33 31x22; 30-25 19x30; 25x34 15x24; 34-29 23x34; 39x28 en 2-0.
Bram Doeves, (
U vindt alle denksportrubrieken hier terug: Denksport