Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week Dammen: KNDB 1911- 1936 - 2020
In 1911 werd de KNDB als NDB opgericht door 14 verenigingen met 300 dammers. Het dammen begon in de grote steden en vandaaruit werd er een damtapijt over Nederland uitgerold. Een belangrijk middel was de damsimultaan. De bekendste dammers uit de grote steden gaven “overal” simultaans. Ook de kranten waren een belangrijk middel om het dammen populair te maken. De rubriekschrijvers brachten veel damspektakel via dampuzzels, vaak composities en ook spectaculaire partijstanden. Het kostte de NDB grote moeite om de damclubs centraal te organiseren. Na 25 jaar in 1936 was dat nog steeds niet gelukt. Alleen in Z-Holland, Noord-Holland en Overijssel waren redelijk veel damclubs aangesloten bij de NDB. Bijna 40% van de NDB-leden was lid van een club in één van de vier grote steden. De meeste NDB-clubs waren in Rotterdam: 15 clubs. Begin maart 1936 traden er 3 clubs toe (uit Haarlem, Den Bosch en IJsselmonde), maar er traden ook weer 3 clubs uit (uit Alblasserdam, Den Haag en Westzaan). Op dit moment zijn alle damclubs aangesloten bij de KNDB, maar de situatie is er bepaald niet rooskleuriger op geworden. In 1935 waren er 2765 NDB leden, voor ca 40% uit de vier grote steden. In 2020 zijn er op dit moment nog 2417 dammers (met een rating) lid van de KNDB. Tienduizend dammers was ooit het streven, en dat is wel bijna, maar nooit helemaal bereikt. De terugloop van het aantal leden manifesteert zich het meest in de grote steden, nog maar één club uit deze steden speelt in de hoogste klasse. De onderstaande flitsen zijn uit blindfold partijen van Ben Springer die in 1928 in Amsterdam wereldkampioen werd en daarna veel simultaans heeft gegeven en voorafgaand hieraan speelde hij geblinddoekt een partij tegen de clubkampioen. Dat hij bord noch schijven op tafel voor zich zag verhinderde niet dat hij de meest ingewikkelde combinaties “zag” en ook strategisch heel sterk speelde. Uit deze flitsen blijkt al zonneklaar dat de drie clubkampioenen het niet lukte om BS in de opening op gelijke voet partij te geven…
Na 37-32 | na 41-37 | na 46-41 |
G. Veenendaal – Ben Springer 0-2. Blindfold 1937. GV was al een schijf op achter geraakt en het lag voor de hand dat hij 37-32 speelde, maar BS haalde nu twee op elkaar aansluitende combinaties uit de stand: 17-22!!; 28x17 12x21; 26x17 18-23; 29x18 24-30; 35x24 20x38; 32x43 8-12; 18x7 2x31 en 0-2.
J. Haanschoten – Ben Springer 0-2. Blindfold 1937. JH had zich net een beetje bevrijd door een flinke afruil die zijn centrum echter nogal uitdunde. En daar komt Ben alweer met 12-18!; 41-37 (stand) 18-23; 37-32 (38-32 is slechter) 24-29; 33x24 13-18; 24x22 7-12; 28x19 11-17; 22x11 6x39 (vijfklapper) en even later 0-2.
R. Westerink – Ben Springer 0-2. Blindfold 1937. RW is in de opening al in een onaangename stelling beland, zeker na 46-41 (44-40 was beter geweest). Ben gaat nu een schijf winnen die RW ogenschijnlijk kan terugwinnen, maar … dan dam op 46!: 20-24!!; 29x20 15x24; 44-40 18x29; 39-34 9-13; 34x23 13-18; 43-39 18x29; 39-34 (zo, die schijf komt terug) 12-17!; 34x23 24-30; 35x24 17-22; 28x17 14-20; 24x15 4-9; 15x13 8x46 (dam) en even later 0-2!
Bram Doeves (