dammen

Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: 

Coup de la trappe (valluikslag)

De valluikslag komt in de praktijk niet veel voor, maar is toch al heel lang bekend. Volgens Arie van der Stoep in Alle typezetjes is dit zetje geboren op 4 juni 1887. Eugène Leclercq, een arme vrijgezel met een passie voor dammen, zat toen al een groot deel van de dag in zijn stamcafé Raffestin in Parijs. Hij zat op één kop koffie met andere klanten te kletsen over damtechniek, maar eigenlijk zat hij te wachten op een stadgenoot, die een paar francs durfde in te zetten voor een partijtje dammen tegen één van de sterkste dammers van Frankrijk. Bij winst zou hij het grootste deel van die inzet besteden aan een goedkope maaltijd in een gaarkeuken en de rest spaarde hij op om daarmee een damblad te kunnen uitgeven. Hij wist dit doel in 1893 te realiseren en het damblad heette Le jeu de dames. Een damblad met zo’n 100 abonnees, bij wie hij te voet, weer of geen weer, het blad bezorgde. Maar daar kwam M. Chateil binnen voor een partijtje dammen tegen Leclercq. Chateil was geen sterke dammer (kreeg twee schijven voorgift op de velden 1 en 5) en liep al in de opening - met nog alle schijven op bord, behalve de voorgiften - in de valluikslag. Leclercq schrijft hierover in Le jeu de dames in 1894 en noemt daarin zijn combinatie de coup de la trappe. Later merkte hij nog op dat hij mogelijk niet de eerste was die dit zetje heeft uitgevoerd, maar wel de eerste was, die het zetje heeft beschreven. Zie dia 1. Dia 2 is de skeletstand in Alle typezetjes die het slagprincipe duidelijk toont, en dia 3 is de cruciale stand van een partij van Andris Andreiko tegen Sjarafow in 1962, waarin Andreiko ook wint met de coup de la trappe. Andris Andreiko (1942-1976) afkomstig uit Riga, Letland, 8x damkampioen van de Sovjet-Unie, werd in 1968 in Bolzano wereldkampioen dammen en bleef dat in 1969 en 1971 na matches tegen Iser Koeperman. In 1972 verloor hij de wereldtitel in een toernooi aan Ton Sijbrands. Zoals zoveel wereldkampioenen stond Andreiko bekend om zijn grote slagvaardigheid, en het is dus niet zo vreemd dat ook Andreiko (minstens) een keer heeft gewonnen met dit zeldzame typezetje.

 

1.Nu 33-29?  2. Wazew 3. Na 18-22
 trappe1 trappe2 trappe3 

Een dambord bevat 50 velden, en is meestal niet zichtbaar genummerd. De nummers zijn van belang voor de notatie van een partij of ook van een stand. De nummering gaat van veld 1 linksboven, van links naar rechts naar 50 rechtsonder. Een streep in de notatie is een zet, een kruis een slag. "Dampuzzels" is bedoeld voor het breedst mogelijke gezelschap van puzzelaars.

1.M. Chateil – Eugène Leclercq 0-2, café Raffestin, Paris 1887. Coup de la trappe.
In alle drie standen wordt een kettingstelling ingenomen waarachter dit typezetje is verscholen. De velden van de voorgiften 1 en 5 zijn gewoon opgevuld, want anders zouden ze het beeld onnodig ontsieren. Het valluik na 33-29 (?) is veld 18 en dat moet "geopend" worden: 33-29 21-27!; 31x22 18x27; 29x18 13x31; 32x21 16x27 +z.

2.Compositie Arie van der Stoep, Alle typezetjes nr. 958. Skeletstand die het slagprincipe duidelijk toont. Hier is het valluik veld 33 en dat valt weg na 30-24! 19x30; 35x24 20x29; 33x24 22x33; 38x7 +.

3.Andris Andreiko – Sjarafow 2-0, teamwedstrijd Sovjet-Unie 1962. 16-11! 7x27; 32x21 en 23 tuimelt nu in het valluik: 23x32; 38x7! 29x40; en nog eens een dam met 21x3!! +.

        

Bram Doeves

 

Bram Doeves (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)

 

U vindt alle denksportrubrieken hier terug: Denksport

 

 

 

-advertenties-

-goede doel-