Schaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week over: Bobby Fischer in 1984: genie met het uiterlijk van een zwerver?
Van 1975-1984: drie markante wisselingen in ELO-top. De wereldranglijst van de FIDE kreeg in 1975 en daarna in 1984 nieuwe koplopers. Vóór 1975 voerde Fischer de ranglijst aan en vervolgens deed Karpov dat van 1975 tot 1984. Karpov volgde in 1975 Bobby Fischer op als wereldkampioen omdat Fischer toen zijn titel niet wilde verdedigen. En pas op 1-1-1984 werd Karpov met een ELO-rating van 2700 voorbijgestreefd door Kasparov met 2710. Die ELO-topscore had Kasparov vooral te danken aan zijn kandidatenmatchwinst op Kortsjnoj. Kortsjnoj stond in 1984 samen met Ljubojevic op de derde plaats met 2635 ELO-punten.
Terugblik op levensloop Booby Fischer. Deze markante wisselingen aan de top van de ELO-ranglijst vormden de aanleiding voor het Leidsch Dagblad om nog eens in een artikel van 5-1-1984 terug te blikken op de levensloop van Bobby Fischer. De koppen van het artikel vertellen eigenlijk al genoeg: “Fischer nog steeds bang voor KGB” met als onderkop: “Genie schaakt alleen met zichzelf”.
Fischer was het “schaakgenie” dat Amerika enthousiast maakte voor schaken. Hij was 29 jaar toen hij in 1972 wereldkampioen werd. Dat ging niet op de gewone manier. Hij kwam al met veel vertraging aan in WK-bestemming Reykjavik en bleef daar net zolang op zijn hotelkamer zitten totdat zo’n beetje al zijn eisen waren ingewilligd en het prijzengeld op het allerlaatste moment de voor die tijd duizelingwekkende hoogte van 156.000 dollar bereikte door toedoen van een schaakmecenas-sponsor. Daarna heeft Fischer alles afgeslagen voor een tweekamp met uitdager Karpov, en daarbij schijnt het te zijn gegaan om uiteindelijk 3 miljoen dollar… Na zijn wereldtitel schijnt Fischer (tot 1984) alleen nog geld te hebben verdiend aan zijn schaakboeken die ook in 1984 nog heel populair waren. En aangezien hij een groot deel van zijn prijzengeld had weggeschonken aan een christelijke secte waarmee hij alweer snel overhoop lag, kwam hij terecht in de goedkope hotelletjes van Pasadena nabij Los Angeles. Hij gaat dan voornamelijk de straat op, om in bibliotheken de nieuwste schaakboeken te zoeken om zijn schaakkennis op peil te houden, want hij is nog steeds bang dat de KGB op hem loert. Zo blijft hij een eenzame man met het uiterlijk van een zwerver, die in 1981 per abuis gearresteerd wordt als voortvluchtige bankrover, en toen maakte hij in de gevangenis van Pasadena kennis met weinig zachtzinnige verhoormethoden, althans naar zijn eigen mini-boekje hierover “I was tortured in the Pasadena Jailhouse”, en ook dat werd een verzamelobject voor zijn fans. Dit is de stand van zaken in 1984, want in 1992 heeft Fischer nog wel voor ruim 3 miljoen dollar een “illegale” revanche-match gespeeld tegen Spasski. Wordt vervolgd.
| Na Td2? | Na … b6 |
 |
 |
Manuel Aaron – Bobby Fischer 0-1. Interzonale Stockholm 1962. Bobby Fischer won dit toernooi met 17,5/22 voor Efim Geller en Tigran Petrosian allebei met 15,0/22. Na Td2? kwam Txc3 en 0-1, want op bxc3 zou volgen Db1+, enz.
Bobby Fischer – James Sherwin 1-0. Kampioenschap VS New York 1962. Bobby Fischer werd alweer eerste met 8,0/11 vóór Arthur Bisguier met 7,0/11. Fischer wint nu de loper door een dubbele aanval: Pe7+ Kb7; Pxc6 Tg4; Pd8+ Ka6 en 1-0.
Bram Doeves (
Bekijk hier alle schaakcolumns: www.zoetermeeractief.nl/sport/schaakrubriek
