Schaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week over: Jan Hein Donner
Opnieuw de schaakcanon van Johan Hut op Schaaksite.nl bezien. Na Ree nu Donner (1927-1988). Johan Hut heeft de indruk dat Donner een zekere overwaardering geniet of heeft genoten, want Donner als schaker zal bij het schaakvolk van nu veel minder bekend zijn dan bij het schaakvolk van 50 jaar geleden, dat toen via de kranten met Donner meeleefde hoe die het er in zijn toernooien vanaf bracht. Misschien zit die overwaardering erin dat Donner ook als schrijver hoog gewaardeerd werd en dat Donner bovendien grote successen behaalde, die ongetwijfeld beter werden onthouden dan zijn teleurstellende optredens. “Donner kon soms de hele wereld aan” schrijft Johan Hut terecht, maar met de nadruk op soms. Meestal waren zijn schaakprestaties minder indrukwekkend. Maar laat ik dan maar zijn “zegeningen” tellen in het nog volgende, want die waren echt niet gering! Geheel onverwachts won hij in 1950 het Hoogoventoernooi, voor Euwe en andere Nederlandse toppers. In 1954 onttroonde hij Max Euwe als “Nederlands kampioen sinds 1921”! Nadat Euwe met NK-pensioen was gegaan won Donner de twee NK’s van 1957 en 1958 met grote overmacht, beide keren met 9 uit 11. Hierna nu de internationale toernooien. In 1958 won hij Hoogovens samen met Euwe. Het Hoogovenstoernooi van 1963 beschouwde Donner als zijn grootste toernooioverwinning. Zo liet hij Bronstein, Ivkov en Averbach achter zich. In 1965 won hij het IBM-toernooi in Amsterdam vóór Parma en Szabo. Bijzonder opvallend was Venetië 1967, dat hij won vóór Petrosjan, Evans en Pachman. Verder was hij verschrikkelijk op dreef in de LSG-vierkamp in Oegstgeest in 1970. Hij won een partij van Larsen, verloor van wereldkampioen Spasski en speelde de andere tien partijen tegen die twee en Botwinnik allemaal remise, waarmee hij achter Spasski als tweede eindigde! Op dat moment kon hij zich dus meten met de absolute wereldtop, wat hij in 1971 liet volgen door goede resultaten in Havanna, het NK en Berlijn. Hierna boekte hij intussen als 50-plusser vooral nog incidentele succesjes. Zo werd Donner op het NK 1977 samen met Timman tweede achter Kortsjnoj; in 1981 werd hij nog één keer tweede achter Timman, weer in een sterk veld. In 1983 liet zijn gezondheid hem in de steek, en werd hij opgenomen in een verpleeghuis; in 1988 overleed Donner op 61-jarige leeftijd. Uit beide flitsen blijkt de tactische vaardigheid van Donner die hem in sommige toernooien bijzonder hoge scores opleverde!
Na Kf1 | na … Ld4 |
Hartvig Nielsen – Jan Hein Donner 0-1. Dubrovnik 1950. Of het wordt mat of de witte dame gaat verloren: Dd1+; Kg2 Pxf2; Dh4 Lxg3!! En 0-1.
Jan Hein Donner – Aris Othoneos 1-0. Dubrovnik 1950. Beiden in de aanval, maar Donner heeft ook nog een pion mee: Le1 Db1; Te7 Lc5; Te8+ Txe8; Dxe8+ Kg7; d7! En 1-0.
Bram Doeves (