Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: De WK-match 1954; bijna 10.000 KNDB-leden.
Op 14-10-54 begon de WK-match tussen Piet Roozenburg en Wim Huisman in Leiden, en de match werd elke ronde voortgezet in een andere plaats. Een match tussen twee Nederlanders dus, waardoor de kranten Nederland bestempelden als het beste damland van de wereld. Door al die impulsen en spektakel van de Nederlandse damtop bewoog het aantal leden van de KNDB zich in de richting van de 10.000, naar de jaarvergadering 1953. De eerste partij in Leiden was met vele ruiltjes nog heel erg voorzichtig van beide kanten, maar toch al met Roozenburg als aanvaller en Huisman als verdediger. Schaker en rubriekschrijver Jan Hein Donner was ook bij de eerste partij van de WK-match aanwezig. Hij gaat daarbij op 16-10-1954 in de Nieuwe Haarlemsche Courant ook in op de onvermijdelijke vraag tussen dammers en schakers welk spel moeilijker zou zijn. Donner vond samen met oud-WK Springer dat deze vraag het aardigst is beantwoord door Edgar Allan Poe: “dammen is moeilijker omdat het eenvoudiger is”. Denk aan “boter, melk, kaas en eieren” (een soort damspelletje op negen velden). Dat is het allermoeilijkst te winnen, want het is simpelweg te eenvoudig om te verliezen. Intussen hield Huisman goed stand in de eerste vijf partijen, maar in de zesde partij begaf die fenomenale verdediging het, waarna Piet Roozenburg het WK uiteindelijk met 16-8 won door vier winstpartijen en acht remises (zie eerste twee flitsen) maar zonder slagspektakel. In april 1954 had Piet ook meegedaan aan het NK en na 10 ronden stond Piet met de formidabele score van 16 punten alleen op kop. En terwijl iedereen dacht dat Piet goed op kampioenskoers lag, volgde de sensaties dat eerst Pieter Bergsma en vervolgens Jan Bom van hem wonnen. Pas in de hierdoor noodzakelijke driekamp neemt Piet Roozenburg alle twijfel weg, dat hij nog altijd een klasse beter is dan zijn voornoemde belagers: Roozenburg wint de driekamp met grote voorsprong (met 7 uit 4, zie derde flits voor spektakel).
Nu 44-40? | Na 34-29 | Na 31-27? |
Wim Huisman – Piet Roozenburg 0-2. WK 1954. Flits raadt hier 45-40 aan en geeft het gespeelde 44-40 een grotere min, en inderdaad kwam Piet nu snel door 22-28!; 33x22 17x28 in duidelijk betere stand terecht, +z.
Wim Huisman – Piet Roozenburg 0-2. WK-match 1954. Flits vindt hier 4 naar 10 naar 15 het beste, op het gespeelde 17-21 houdt Huisman ogenschijnlijk nog enig spel via: 35-30 25x32; 24-20 28x39; 37x19, maar Roozenburg had het wederom goed gezien: hij won snel door overmacht.
Jan Bom – Piet Roozenburg 0-2. Driekamp NK 1954. Naar Algemeen Handelsblad: in deze stand volgde een uiterst verrassend slagzetje, niet diep, maar zo verrassend, dat niemand het in de zaal had gezien; een briljante zege waarop het publiek enthousiast reageerde met een hartelijk applaus. 11-17!!!; 22x11 2-7; 11x2 30-34; 40x29 19-24; 2x30 35x33 (zesklapper) en 0-2.
Bram Doeves (