Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: BC Zoetermeer
BC Zoetermeer speelt op maandagavond (19:30-22:30), op woensdagmiddag en op donderdagmiddag (13:00-16:30) in restaurant 1892 (vroeger “De Graanschuur”). In totaal doen aan deze dagen zo’n 230 leden mee. De website is: 22047.bridge.nl.
Op maandag 30 mei 2022 werd er door 50 bridge-paren in drie lijnen de vijfde ronde van de Voorjaarscompetitie gespeeld en de hoogste score van 61,58% was die avond voor het paar Jacqueline de Leeuw & Yvonne de Min van de B-lijn. Een interessant spel was spel 23, waarop in de A-lijn onder meer 3x 3SA werd gespeeld en dat ging steeds down. In de A-lijn boden èn maakten alleen Nicole Groen & Wim van Son een manche van vier harten op dit spel. Toch bleek ook Prof Jack 3SA op dit spel te kunnen bieden en dat maakte hij met een overslag, zie hierna.
Spel 23 30-5-22 BC Zoetermeer; Z/A
Biedverloop bij prof Jack
Eigenlijk bood Zuid 2 schoppen (zwakke twee) wat zoveel biedruimte voor OW wegneemt dat 3SA niet meer wordt bereikt (!), terwijl het in de praktijk drie keer werd geboden. Maar als NZ nu eens geen zwakke twee op hun systeemkaart hebben dan zou de bieding als volgt kunnen verlopen bij Prof Jack: Oost opent dan de bieding in de derde hand met 1 harten, Zuid geeft daarop een zwak sprongvolgbod van 2 schoppen, Oost biedt vervolgens met zijn 18 honneurpunten onvervaard 3 klaveren, West drie harten, waarna Oost de bieding afsluit met 3SA.
Spelverloop
Het afspel kan met een overslag worden gemaakt volgens double dummy (beste spel bij open kaart). Tussen haakjes de gemaakte slagen voor OW (+) en NZ (-). Meestal wordt in de praktijk met schoppenvrouw opgekomen, voor een tophonneur in Oost (1). Ruiten zit vol honneurs bij OW en West heeft een vijfkaart. Oost komt daarom terug met ruitenheer (2) en daarna met de kleine ruiten, de vrouw valt in Zuid, West speelt ruitenaas (3). Komt met ruitenboer (4) terug, dan valt alleen nog een kleine ruiten in Noord. Noord heeft nu nog een vrije ruiten tien en West heeft nog twee kleinere ruitens. Vanuit West wordt nu een kleine harten geprobeerd, waar zit hartenvrouw (?), kleine harten in Noord, hartenboer in Oost, hartenaas in Zuid (-1), dan zal de hartenvrouw wel in Noord zitten, anders had Zuid de vrouw wel gezet! Zuid durft nu schoppen negen te spelen, Aas valt inderdaad in Oost (5), maar komt Zuid nog aan slag voor zijn nu vrije schoppens? Oost speelt nu zijn hoge klaverens (6 en 7) want hoopt dat West vrouw kan maken en kleine ruiten. Maar Noord pakt uiteindelijk de klavervrouw met zijn klaveraas (-2) en vrije ruiten (-3). Voor de laatste drie slagen zit Noord dan in dwangpositie met drie hartens, hij kan zijn vrouw niet maken, komt natuurlijk met een kleine harten op, voor harten tien in Oost (8), die terugkomt met harten heer (9) en een vrije klaver (10). Drie SA plus één gemaakt. Het probleem bij dit afspel is dat een klein foutje al down betekent. In de praktijk is dit spel toch wel heel lastig. Drie keer werd in de A-lijn 3SA geprobeerd, het ging drie keer down.
Bram Doeves (