schaakstukken

Schaken is een spel van alle tijden en voor alle leeftijden. Uit de rijke schaakgeschiedenis komen veel prachtige partijen schaak, leuk om na te spelen, maar altijd interessant om van te leren! Deze week over de opvolging van Aljechin, deel 2.

 

Het WK-schaakfeest voor Michael Botwinnik in 1948 (opvolging Aljechin deel 2)

Naar Eelko Schmeits op zijn site, juli 2011: de schaaksport in de Sovjet-Unie was tijdens de Koude Oorlog een soort Koude Oorlogsvoering. De geschiedenis van het sovjetschaak weerspiegelt de opmars en uiteindelijk ook de neergang van de Sovjet-Unie op het wereldtoneel. Want al in de jaren 20 beschouwde Nikolai Krylenko, gevreesd aanklager tijdens showprocessen en fanatiek amateurschaker, schaaksport als een bruikbaar propagandawapen in de proletarische revolutie. Pikant is dat het schaken in de Sovjet-Unie vlak na de Bolsjewieke revolutie verboden werd als decadent bourgeois tijdverdrijf maar schaken was toen al zo populair dat deze maatregel alweer snel werd ingetrokken.

 

Botwinnik-Keres 1

Na Pbd7

Michael Botwinnik – Paul Keres 1-0. WK 1948. Botwinnik zet nu een schitterende combinatie in: Txg7+! Kxg7; Ph5+ Kg6; De3 en 1-0!!

Botwinnik-Keres 2

Na Tf6

 Paul Keres – Michael Botwinnik 0-1. WK 1948. Fritz adviseert nu de nogal simpele zet Tf3 om e3 te beschermen, maar Keres doet Tfd1? Te4; Db8 Txe3 en deze simpele pionwinst was voldoende voor de winst later, 0-1.

 

                                  

 

 

Nergens ter wereld waren er immers zoveel schakers, en zoveel uitmuntende schakers, als in de Sovjet-Unie. Net zoals Aljechin zijn eigen wereldkampioenschap gedurende 20 jaar prima (inclusief een jaartje Euwe) had georganiseerd, heeft het er alle schijn van, dat ook de Sovjet-Unie dankzij de FIDE lange tijd zijn eigen wereldkampioen kon organiseren (de FIDE stelde ruim 20 jaar niets voor, daaraan kwam een eind toen de Sovjet-Unie toetrad in 1948).

De genodigden voor het WK-toernooi van 1948, deels in Den Haag en deels in Moskou, waren Michael Botwinnik, Paul Keres en Vasil Smyslov, allen Sovjet-Unie, Samuel Reshevsky en Rueben Fine (VS) en Max Euwe. Alleen Smyslov had niet meegedaan aan het AVRO-toernooi 1938 waaruit toen de uitdager van Aljechin zou komen (maar Smyslov was nog een scholier van 17 in 1938). Maar 10 jaar later in 1948 werd het toch een vreemd toernooi. Maar liefst drie Sovjets, één Amerikaan (nadat Rueben Fine op een laat moment bedankte, hij zou zijn tijd nodig hebben voor een dissertatie in de psychologie maar hij koesterde ook grote achterdocht over het samenwerken van de drie Russen) en Max Euwe.

De Amerikaan was Reshevsky, die na 1938 niet meer had meegedaan aan grote internationale toernooien. En Max Euwe had tot in 1946 nog goede prestaties geleverd, maar nadien was hij op zijn retour, en hij verloor helaas met megacijfers van alle concurrenten: van Botwinnik met 1,5-3,5, Smyslov 1-4, Reshevsky 1-4 en Keres 0,5-4,5. Verder is er vaak een verband gelegd tussen enerzijds de eerste 4 nederlagen op rij van Keres tegen Botwinnik, (zie de twee flitsen) en anderzijds de ongemakkelijke positie van Keres als Sovjet-Rus/ex-Est/ex-Nazi. De deelnemers speelden elk vijf partijen tegen elkaar. Botwinnik was al na 17 van de 20 ronden onbereikbaar voor de concurrentie, hij won met 3-2 van Smyslov, met 4-1 van Keres, met 3,5-1,5 van Reshevsky en met 3,5-1,5 van Euwe. Overigens was Botwinnik in 1948 toch wel de beste schaker (zijn laatste grote toernooi was het Chigorin memorial 1947 dat zijn goede vorm bevestigde: 1. Botwinnik 11 uit 15; 3. Smyslov 10 en 6. Keres 9), maar het had er alle schijn van dat het WK 1948 vooral een leuk georganiseerd schaakfeest voor Botwinnik moest zijn.

 

Door: Bram Doeves, SV Botwinnik

Bekijk hier alle schaakcolumns: www.zoetermeeractief.nl/sport/schaakrubriek

-advertenties-

-goede doel-