Ronald de Jong zwaait af als cantororganist van de Oude Kerk. Zijn ‘kerkdienst’ begon in 1991 en eindigt op 1 mei, bijna 32 jaar later. Op 22 april organiseren de kerkgemeente en de Stichting Oude Kerk Zoetermeer een afscheidsconcert met een receptie. Een portret van een bevlogen musicus.
Gewichtig zet Ronald de Jong zijn stappen door de historische kerkzaal van de Oude Kerk. Uit zijn lichaamstaal spreekt respect voor deze plek. Gebouwd rond 1785 en met een nog oudere toren staat de Oude Kerk symbool voor het oude Zoetermeer. Met zijn hemelhoge gewelfde plafond, imposante raampartijen en een loodzware natuurstenen vloer maant de ruimte zijn bezoekers tot nederigheid, rust en kalmte. Stemmen galmen, elk gesproken woord weegt dubbel zo zwaar. Het contrast met het explosief gegroeide Zoetermeer van nu kan bijna niet groter, en dat maakt deze plek zo mooi en bijzonder.
Zodra Ronald over de Oude Kerk spreekt, is merkbaar dat de kerk voor hem na meer dan dertig jaar zijn tweede thuis is geworden. Hij vertelt vol trots over de geschiedenis, maar bekommert zich ook om de mankementen van een oud gebouw: “Er is lekkage geweest aan het dak en dat is in het plafond te zien. Het is onder controle, maar reparatie is ontzettend duur.” Een blik op het plafond leert inderdaad dat de lekkage zijn sporen heeft achtergelaten, maar de aandacht gaat snel naar de grote blikvanger van de kerkzaal: het Lohmanorgel uit 1838.
Passie voor het orgel
Het Lohmanorgel in de Oude Kerk is een uniek instrument. Het orgel is sinds de bouw integraal bewaard gebleven. “Alle pijpen die de heer Lohman gemaakt heeft, staan er allemaal nog in. Heel uniek. En de klaviatuur is heel mooi, vanwege zijn sierlijkheid één van de mooiste van Nederland.”
De passie is voelbaar als Ronald aan het woord is over dit orgel, maar ook over orgelspel in het algemeen. Hij oefent nog elke dag bijna 3 uur, vroeger waren dagen van 8 uur eerder regel dan uitzondering. “Een orgel vertelt je hoe het bespeeld wil worden. Behandel het orgel met liefde, je hoort het terug in het resultaat.” Geen orgel is hetzelfde, volgens Ronald. Een verlanglijstje met orgels waar hij nog op zou willen spelen is er daarom ook niet. “Van elk concert wat ik op een mooi orgel speel kan ik even veel genieten. Elk orgel, elke kerk heeft zijn eigen karakter en klank. Ik kijk naar elke andere plek uit.”
Hoogtepunten en lunchpauzeconcerten
Sinds 1991 heeft Ronald als organist bij de kerk veel mogen beleven. Een absoluut hoogtepunt? “Moeilijk. Ik heb zoveel mooie diensten en concerten gespeeld, ook mindere hoor. Misschien het moment dat ik 25 jaar organist bij de kerk was. Een memorabel moment, misschien het mooiste. Maar wel in een lijn van allemaal mooie dingen.”
In 2002, vlak na de renovatie van het orgel, stond Ronald aan de basis van de wekelijkse gratis lunchpauzeconcerten. Destijds een opmerkelijk initiatief dat nu, ruim 20 jaar later, nog altijd een succes is. “Ik vroeg toen aan de kerkrentmeesters of ik elke woensdag een gratis concert mocht geven. Het leek me zonde van het mooie orgel en de kerk als dat doordeweeks nauwelijks gebruikt werd. Ze zagen er weinig heil in, maar ik mocht het proberen. De concerten waren vrijwel meteen druk bezocht.” De concerten waren aanvankelijk alleen op het Lohmanorgel, maar in de loop der jaren zijn er verschillende instrumenten bij gekomen, waaronder een concertvleugel en een tweede orgel. De concerten kregen zo meer variatie en er werden meer muzikanten uitgenodigd.
Vooruitblikken en terugkijken
Ronald blijft in zijn pensioen als vrijwilliger nauw betrokken bij de stichting achter de concerten. “Het voelt als mijn kind. Ik houd me bezig met de PR, presenteer de concerten en onderhoud contact met de muzikanten, bovendien verzorg ik zelf regelmatig een concert. We hebben een gevarieerd programma met muzikanten van hoog niveau en een gemengd publiek waarvan het gros niet naar de kerk gaat. Ik hoop dat mensen deze concerten nog lang blijven bezoeken.”
Wel kijkt hij met enige zorgen naar de toekomst van het orgel in Nederland. “Het wordt vaak weggezet als oubollig, waardoor er maar een kleine aanwas van jonge mensen is. Gelukkig zijn er buitengewoon getalenteerde jonge spelers.” Daarnaast worden kerken minder druk bezocht. Volgens Ronald was het vroeger voor bezoekers nog regelmatig dringen om een zitplaats voor de kerkdienst te bemachtigen. “Het aantal werkplekken voor organisten neemt daardoor af. Kerken sluiten of worden anders gebruikt, waardoor een orgel aan de muur hangt te verpieteren. Zorgelijk voor zo’n mooie cultuur. Ik hoop dat er nog een kentering komt, want het is cultuurhistorisch erfgoed. Die orgels zijn onbetaalbaar.” Ronald vertelt even later verheugd, dat zijn werkplek mogelijk niet vervalt. "Er zijn plannen om een nieuwe beroepsorganist te benoemen. Ik ben blij dat de kerk daarvoor kiest. De nieuwe organist is er waarschijnlijk pas na de zomervakantie; er wordt eerst een sollicatieprocedure opgezet." Ronald zal in de tussentijd bij enkele diensten als invaller te horen zijn.
Daarentegen blikt Ronald tevreden terug op een carrière in de muziek, die begon toen hij vijftien was. Zijn talent voor orgelspelen viel op, waardoor hij al na ruim een jaar oefenen bij het Conservatorium terecht kwam. “Ik ben heel gelukkig dat ik mijn hele leven van de muziek heb kunnen leven en dit vak heb mogen uitoefenen. Nu ben ik bijna 67 en wil ik op mijn hoogtepunt stoppen. Daarnaast is het mooi om een jong iemand de kans te geven om iets op te bouwen in deze kerk en op dit prachtige orgel. Ik heb er zelf ruim 30 jaar van mogen genieten. Wat wil je nog meer?”
Zijn pensioen is bijna een feit, maar Ronald vreest niet voor verveling. Waar gaat hij zich mee bezig houden? “Naast musicus ben ik beeldend kunstenaar, daar houd ik me veel mee bezig. Mijn vrouw en ik fietsen en wandelen graag, en we hebben een caravan in Ermelo staan waar we vaak heen gaan. Ik heb 5 kinderen, 9 kleinkinderen en buiten mijn vader leven onze ouders nog. En ik vind het ook heel leuk om eens diensten van andere kerken te bezoeken, om te zien hoe een andere organist dat doet. Daar ben ik eerder nog niet aan toegekomen. Tot slot zijn er dan ook nog de lunchpauzeconcerten. Daarmee is altijd de halve woensdag gevuld, het breekt wel lekker de week doormidden. Je zou kunnen zeggen dat ik eigenlijk tijd tekortkom”, concludeert Ronald met een lach.
Tekst: Lo van Eck
Video: Stefan Ramdharie