U heeft zich vast wel eens afgevraagd waarnaar een straatnaam vernoemd is of wat de betekenis is. In onze vaste rubriek ‘Straat in Beeld’, hebben wij dit voor u uitgezocht. Deze week de Pelschans in Noordhove.
De Pelschans, gelegen in de wijk Noordhove, is vernoemd naar Willem Pel, een landmeter in dienst van Rotterdam, die in de 17e eeuw actief was rondom Zoetermeer. Hij heeft een belangrijke rol vervuld bij de droogmaking van de polder achter de Oostkade. Een van de gebieden die zo ontstonden, was de Binnenwegse Polder. Dat is nu ongeveer het gebied van de wijken Oosterheem, Dorp en Rokkeveen. Destijds lag het in Zegwaard, het tweelingdorp van Zoetermeer.
Het natuurlijke veenlandschap van de polder was destijds door ontginningen compleet verdwenen. Vanaf de 11e eeuw werd het veen droog gelegd door sloten en vaarten te graven waarmee het water op de rivieren geloosd kon worden. Het veen kon vervolgens geschikt gemaakt worden voor akkerbouw. Toen het land minder geschikt werd voor akkerbouw begon men in de 13e eeuw het veen af te graven. Door het afgraven kwam er steeds meer water in de polder en maakte men dijken of landscheidingen om wateroverlast te voorkomen. De Oostkade in Zoetermeer vindt zijn oorsprong als noordoostelijke veenkade in de Binnenwegse polder.
In de 17e eeuw was de polder bijna in een meer veranderd. Om de Oostkade te beschermen mocht er tot op een bepaalde afstand van de kade geen veen worden weggegraven. Het groeiende wateroppervlak vormde echter toch een bedreiging omdat het bij stormen stukken veen wegsloeg. In 1698 werd besloten om de Binnenwegse polder opnieuw droog te maken.
Nieuwe droogmaking
De Binnenwegse polder is op dat moment veranderd in een binnenmeer, die bij storm steeds meer land aan de voet van de dijk blijft wegslaan. De enige oplossing voor herstel is het droogmaken van de polder. Ter voorbereiding van de nieuwe droogmaking werd landmeter Willem Pel op pad gestuurd om de toestand van de dijk op te nemen. In 1700 schrijft hij in een memorandum dat op een derde van de Oostkade de kruin van de dijk is weggeslagen en over een afstand van ongeveer 74 meter is de dijk bijna geheel weg.
Andere delen zijn in slechte staat. Hij adviseert dat de kruin bij de nieuw te bemalen polder zeker 5,5 meter breed moet zijn en ca. 1 meter boven het deel van de Rotte moet liggen en, met een rijsberm verstevigd moet worden. De Oostkade moet hersteld en verzwaard worden, met “specie niet ontrent deselfde kade [maar] van verre gehaeld".
De Oostkade werd hersteld en in de jaren daarna werd de Binnenwegse polder drooggelegd. Dit bleek definitief een oplossing te zijn voor de gevaarlijke situatie van de Oostkade. Na 1700 zijn er in het archief geen stukken meer te vinden met herstelplannen. Na het droogmalen van de polder werd de Oostkade niet meer bedreigd door het water. In de 18e en 19e eeuw zal onderhoud nog steeds nodig zijn geweest, maar van grote herstelwerkzaamheden was geen sprake meer.
Bron: Archol, rapport 462, Vijf meter onder N.A.P., Water in Zoetermeer; auteur Ton Vermeulen; uitgever: Zoetermeer, Gemeente / Historisch Genootschap Oud Soetermeer, 2000
Tekst: Vera Voogt
Foto straat: Miroslav Buhac
Alle ‘Straat in Beeld’ rubrieken vindt u hier: Overzicht straat in beeld