In Wijk in Beeld brengen een wijk in Zoetermeer in beeld. Hier vind je de geschiedenis van deze wijk, wat er in de wijk te vinden is en wat deze uniek maakt. De wijk Seghwaert is genoemd naar het oude dorp Zegwaart, een met zegge begroeide waard.
De naam Seghwaert komt van de voormalige gemeente Zegwaart, die in 1935 met Zoetermeer werd samengevoegd. De ouderwetse spelling lijkt verzonnen, maar dat is niet zo: in de zeventiende eeuw heette het oostelijk deel van de huidige gemeente Zoetermeer Seg(h)waert en de polder ten noorden hiervan de Seg(h)waertse polder. Dit werd later de Palensteinse polder.
Seghwaert is de vierde wijk van de groeistad die Zoetermeer was geworden, om de grote woningnood van na de 2e wereldoorlog op te lossen. Den Haag had geen ruimte om uit te breiden en Zoetermeer werd bestemd om de overloop van inwoners uit Den Haag op te vangen. De eerste stedenbouwkundige ontwerpen waren voor de Palensteinsepolder en de Driemanspolder, deze 2 wijken zouden de overgang vormen van het dorp naar de stad.
De wijk Seghwaert heeft afgerond een totale oppervlakte van 229 hectare, waarvan 225 land en 4 water (100 hectare is 1 km2).
Rijen platanen zijn kenmerkend voor Seghwaert | Winkelcentrum Seghwaert |
Wat is er te doen in Seghwaert?
De betekenis van de straatnamen uit deze wijk kun je vinden op ons overzicht Straat in Beeld.
Voor nieuws uit de wijk zie: Wijknieuws Seghwaert
Hier vind je de agenda met alle activiteiten in Dorp: Agenda Seghwaert
Het belangrijkste Winkelcentrum in Seghwaert is Winkelcentrum Seghwaert aan de Petuniatuin, maar je kunt ook winkelen in Winkelcentrum Leidsewallen aan het Meeuwenveld. Het overzicht met alle winkels vind je hier: Winkelcentra Zoetermeer
Eveneens in Seghwaert is het Park Seghwaert te vinden, een kleinschalig park, gelegen aan het Wingerdpark.
Geschiedenis van de wijk
Voordat de wijk Seghwaert werd gebouwd was het Zoetermeerse Zegwaard een agrarisch gebied vol met boomgaarden. Rond 1970 gingen de eerste heipalen de grond in voor de nieuwbouw van de wijk. Toen in 1965 de koningin op bezoek kwam, was er echter al een maquette te zien, waar ook andere wijken op staan met de namen die toen werden gebruikt: Driemanspolder-west (= Meerzicht), de Noordwestwijk (= Buytenwegh de Leyens) en de Noordoostwijk (= Seghwaert). Eigenlijk zou Seghwaert de laatste wijk zijn die in Zoetermeer gebouwd zou worden. De bebouwing van de wijk leek veel op die van Buytenwegh de Leyens die twee jaar daarvoor was gebouwd, 70% laagbouw en de rest gestapelde laagbouw (meerdere woningen op elkaar in drie of vier bouwlagen). Hoogbouw vind je in Seghwaert nergens en net als in Buytenwegh de Leyens kregen bewoners veel inspraak bij de ontwikkeling van Seghwaert.
Tot de bouw van de nieuwe wijk Seghwaert strekte de perenboomgaard die nu Hof van Seghwaert heet zich uit van de Zegwaartseweg tot aan de tochtsloot waar nu de Vissendreef en de Parkdreef samenkomen. Toen alle huizen en winkels er stonden was er nog een derde van de oorspronkelijke boomgaard over en tot 2010 heeft de gemeente dit perceel verpacht aan een fruitteler. Daarna is de boomgaard een jaar of vier verwaarloosd.
In 2014 namen buurtbewoners het voortouw om de boomgaard te behouden en om te vormen tot een wijktuin. De stichting ‘De Hof van Seghwaert’ werd opgericht en met de gemeente Zoetermeer werd een bruikleenovereenkomst voor 3 jaar opgesteld. Hierna werd een begin gemaakt met de aanleg van een wijngaard, een moestuin, een stiltetuin en werden er kippen van het ras Brahma in gezet. Later volgden een buitenkeuken en een kindernatuurtuin. De bruikleenovereenkomst is in 2017 verlengd met 10 jaar.
Het winkelcentrum Seghwaert aan de Petuniatuin. Bron: Geheugen van Zoetermeer; HGOS | Luchtfoto van de boomgaard van Dogterom aan de Appelgaarde, later Hof van Seghwaert, links het gebouw van Dental Clinics, bovenaan de Bietenakker en rechts Zegwaartseweg nr. 60b. Bron: Rovorm uitgevers BV; Geheugen van Zoetermeer; HGOS |
De wijk Seghwaert moest een beschut woon- en leefklimaat bieden. De gemeente wilde hier intimiteit, levendigheid, woonerven en korte loopafstanden naar winkels, openbaar vervoer en groenvoorzieningen. Het autoverkeer moest ingeperkt worden om ruimte te bieden aan het openbaar vervoer, de fietser en de voetganger. Deze manier van stedenbouw werd in die tijd de Nieuwe Truttigheid genoemd. Niet alleen de vele typen woningen zorgen voor afwisseling, ook het gebruik van kleuren en materialen. In die tijd probeerde men bijvoorbeeld houtskeletbouw uit, een bouwmethode waarbij alle dragende delen boven de fundering zoals muren, vloeren en daken van hout zijn. Voorbeelden daarvan zijn te vinden in de straten Vuurdoornpark, Brempark en Seringenpark, waar de architecten Passchier en Vandersteen houtskeletbouw toepasten op de gestapelde bebouwing van 4 lagen. Seghwaert is door de grote variëteit in bebouwing de absolute tegenpool van de wijken Palenstein en Driemanspolder, waar voornamelijk anonieme en gelijksoortige flats zijn te vinden.
In Seghwaert wilde men het oude polderlandschap (van de Palensteinse polder die in 1759 werd drooggemalen) met de nieuwe bebouwing samenvoegen. De straten en huizenblokken zijn daarom aangelegd in de richting van de vroegere kavels. Bij de ruime aanleg van groen zijn veel planten en bomen gebruikt die ook in de polder voorkomen. In het verlengde van die integratie ligt ook de keuze voor de straatnamen; die zijn vernoemd naar landbouwproducten, vogels, vruchtbomen, insecten, vissen, planten en bloemen.
Seghwaert vormt in de ontwikkeling van kleinschaligheid, knusheid en ‘klein woongeluk’ het hoogtepunt, maar tegelijkertijd ook het einde van een tijdperk. Er kwam steeds meer kritiek op deze manier van bouwen, die duur was door de enorme afwisseling. Men vond dat de ‘overdaad’ in de woningbouw maar eens afgelopen moest zijn. Dit had ook te maken met de verslechterde economische situatie in de tweede helft van de jaren zeventig. Architectonische versobering en verstrakking zijn daarom al te zien in de laatst gebouwde buurten in Seghwaert, de Weiden en de Velden. Aangezien de deelgebieden ten zuiden en (noord)oosten van de Zoetermeerlijn al waren of werden gebouwd, is de architectonische en stedenbouwkundige versobering die het gevolg was van deze koerswijziging vooral goed af te lezen aan de buurten ten noorden van de Zoetermeerlijn. De woningbouw tussen de Weidedreef en de Konijnenweide van de architect Carel Weeber (het project ‘De Lotus’ of de ‘Slinger van Weeber’) springt dan met name in het oog. Lange, heldere lijnen hebben daar de plaats ingenomen van besloten woonerven en verspringende gevels.
Je vindt alle Wijk in Beeld afleveringen hier: Wijk in beeld