Wist u dat? In deze rubriek onthullen we leuke feitjes en wetenswaardigheden over Zoetermeer. Van de hoogte van de Zoetermeerse Watertoren tot de eerste Ambachtsheren, verrassend en leuk om te weten over je stad! Deze keer: Zoetermeer, boterdorp?
Jarenlang stond Zoetermeer bekend als het boterdorp, maar die naam is eigenlijk fout. Het was margarine wat de boterboeren zoals Brinkers (van Brinkers Margarinefabriek eerst in de Dorpstraat en later aan de Bleiswijkseweg) en Van der Spek verkochten. Er stond wel korte tijd, van 1880 tot 1885, een (room)boterfabriek in Zoetermeer, maar dit was geen groot succes.
Eind 19e eeuw veranderde het Zoetermeerse landschap. Turfwinning maakte plaats voor weilanden en daarmee kwamen er ook steeds meer boeren en koeien. Van de melk van die koeien werd vooral boter gemaakt. Maar boter was -ook in die tijd- duur en werd geleidelijk aan vervangen door de veel goedkopere margarine, waar geen zuivel aan te pas kwam.
De voornaamste grondstof was oorspronkelijk rundervet, maar gaandeweg werd ook deze grondstof vervangen door plantaardige oliën, zoals zonnebloemolie en sojaolie. Eén van de bekendste margarinebedrijven was Brinkers, destijds de grootste margarinefabrikant van Nederland. Bernardus Brinkers richtte in 1888 een groothandel in margarine op, gevestigd in het Huis te Palenstein. Maar ook Van der Spek was een belangrijke speler in dit veld. Zoetermeer zou dus eigenlijk geen boterdorp, maar margarinedorp moeten heten.
Heeft u zelf ook leuke feitjes over Zoetermeer? Stuur ze naar onze redactie! Mail naar
